woensdag 21 oktober 2009

Back to school (13)

Back to school...studeren aan het KIM (deel 3)

Dat ze in de collegezalen en in hun studiehok doorgaans vooral studéren, dat is maar goed ook. Want het is natuurlijk wel de bedoeling dat Maurits en Canan, jongstejaars adelborsten aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM), hun tentamens en opdrachten uiteindelijk halen. Maar zitten ze dan het hele jaar alleen maar met hun neus in de boeken…? Nou, nee! In dit nummer vertellen ze over verplichte nevenactiviteiten die soms weinig te maken lijken te hebben met hun studie, maar die bij nader inzien vaak toch echt wel ‘deel van de opvoeding’ blijken te zijn.

Neem nou dansles. Dat is waarschijnlijk niet het eerste wat bij je opkomt als je aan onze marine-officieren in opleiding denkt. Toch moeten ze allemaal kunnen stijldansen. Degenen die het al kunnen, krijgen ‘vrijstelling’ van de les – behalve de dames; al dansen die nog zo goed, soms moeten ze wel twee of drie cursussen achter elkaar meedoen, als ‘oefenmateriaal’ voor de heren. De dames zijn per slot van rekening veruit in de minderheid en zonder hen zouden de heren het nóóit leren...

Voor schut op de dansvloer


Maar waarom moeten alle adelborsten eigenlijk kunnen stijldansen? Enerzijds omdat ze op het winterbal (in november) en tijdens het assaut (het jaarlijkse mega-galafeest op het KIM, meestal in april/mei) natuurlijk een goede indruk moeten maken, al was het alleen maar op hun ‘date’. Anderzijds moeten de adelborsten ook kunnen stijldansen voor het geval dat ze ooit bij een feestelijke ontmoeting met buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders ten dans worden gevraagd. Dat gebeurt weliswaar zelden of nooit, maar áls het aan de orde is, mogen ze natuurlijk niet voor schut staan!

KIM-cross door de duinen

Dan sport. Omdat je als toekomstig officier altijd fit en behendig moet zijn, wordt er meerdere keren per week gesport. En soms zijn er speciale sportactiviteiten. De KIM-cross, bijvoorbeeld, is een jaarlijks terugkerende race waarbij de heren een parcours van 8,2 kilometer moeten afleggen en de vrouwelijke adelborsten 4,2 kilometer. Canan: “Doordat je een heel stuk door de duinen moet rennen, en dan zo snel mogelijk, schijnt het érg pittig te zijn!”

Een evenement waar vaak reikhalzend naar wordt uitgekeken omdat het veel méér is dan sport, zijn de jaarwedstrijden. “Elk jaar is er een competitie van twee dagen – vrijdag en zaterdag – tussen de eerstejaars, de tweedejaars en de derdejaars.” Er is volleybal, basketbal, voetbal, zwemmen, atletiek, judo, et cetera, en ook nog een ‘special act’ – dit keer was dat een soort apekooi met de raarste ‘kunstjes’. “Zaterdag aan het eind van de dag werd bekendgemaakt dat de derdejaars hadden gewonnen”, vertelt Canan. “En dat terwijl wij vrijdag nog de besten waren… Maar de jaarwedstrijden zijn op zich ook bedoeld als een sociale happening: je komt iedereen tegen, trekt twee dagen lang intensief met elkaar op, en hebt een hoop lol samen.”

Proud to be fout

Op de vrijdag van de jaarwedstrijden werd er ’s avonds bijvoorbeeld een feestje gehouden met als thema ‘Proud to be fout’. “Dan mag je je voor één keertje zo idioot mogelijk aankleden”, vertelt Maurits. “Mijn outfit? Haha, die was vooral grappig én een beetje pikant. Meer zeg ik niet…” Er waren mannen met roze-paarse maillots, vrouwen met opgeplakte snorren, er liepen mensen op klompen, in suffe jaren-zeventig-kleding – hoe fouter, hoe beter!

Zeekinderen

Zaterdagavond direct na de jaarwedstrijden is het opnieuw tijd voor een feest. Dat begint met het pa-zeun-diner. “Pa is in dit geval zeepa of zeema (een oudstejaar adelborst), en die kan een of meerdere zeekinderen (jongstejaar adelborst) hebben”, legt Maurits uit. “Die avond eet iedereen met z’n eigen ‘zeefamilie’ aan tafel, en wordt er weer eens uitgebreid bijgepraat.”

Na het eten wordt er gewoon weer verder gefeest, met allerlei extraatjes die de tweedejaars hebben geregeld. “Dit jaar was er bijvoorbeeld een illusionist. Die was echt superleuk, hij deed van alles met kaarten en muntjes en ik snapte er helemaal niks van, echt heel knap”, vertelt Canan. “Verder was er ook een ‘casino’ gehuurd, althans drie speeltafels waar je onder andere kon pokeren – alleen met fiches, hoor, niet met echt geld. En we hadden een drive-in, dat was dan een dansvloer. Daar heb ik me vooral uitgeleefd.”

Uitslapen tot twee uur ‘s middags

Tja, en dan heb je dus vrijdag overdag jaarwedstrijden gehad met iedereen van het KIM, ’s avonds het ‘Proud to be fout’-feest, zaterdag overdag nog meer sportwedstrijden, zaterdagavond het pa-zeun-diner en een grandioos feest… En wat gebeurt er dan zondag? “Uitslapen tot twee uur ’s middags!” lacht Canan. “Je zou op zich wel naar huis mogen, maar je moet ’s avonds alweer terug zijn op het KIM en je bent natuurlijk hartstikke moe van alles, dus vrijwel iedereen blijft dat hele weekend gewoon hier. En dat is best een keer leuk… Om in het bedje te liggen waar je normaal gesproken altijd vroeg uit moet, op de slaapzaal die je normaal gesproken altijd heel netjes moet houden… Overigens zaten we zondagavond wel weer helemaal terug in onze militaire discipline hoor!”

De jaarwedstrijden zijn altijd een goed meetpunt om te kijken waar mensen wel en niet in uitblinken, en dat is weer van belang voor een andere jaarlijkse wedstrijd die het ene jaar bij de land- en luchtmachtcollega’s in Breda wordt gehouden (dan heten het de C&A-wedstrijden, oftewel Cadetten&Adelborsten) en het andere jaar in Den Helder (en dan heten het de A&C-wedstrijden, de adelborsten voorop). “Dit jaar is het in Breda”, vertelt Maurits. “En eigenlijk is het altijd zo dat degene wint die de thuiswedstrijd speelt. Zij mogen – naast alle vaste onderdelen – drie keuzesporten aangeven, en dan kiezen ze natuurlijk sowieso drie sporten waar ze heel goed in zijn. En sommige dingen oefenen zij ook veel vaker dan wij.” Een ander probleempje is dat de cadetten met ongeveer duizend man zijn en de adelborsten maar met een stuk of tweehonderd. Maurits: “Zij hebben dus de luxe dat ze voor elk onderdeel hun beste mensen kunnen inzetten; wij hebben veel minder keuze. En bij elke sport moet een x-aantal dames meedoen en daar hebben zij er veel meer van dan wij. Onze dames moeten dus veel vaker komen opdraven.”

Zandhazen en vissticks

Ook wanneer aan het eind van de dag de onderlinge strijd tussen de ‘zandhazen’ (de cadetten, die zich superieur voelen) en de ‘vissticks’ (de adelborsten, die zich óók superieur voelen) uitgestreden is, blijven de onderlinge grapjes en pesterijtjes gewoon doorgaan. Maar ondertussen zijn er wel degelijk weer leuke contacten gelegd en is de sfeer gezellig en vriendschappelijk, zeker tijdens het feest waarmee de A&C/C&A-wedstrijden worden afgesloten.

Verbroedering

Dat je makkelijk met verschillende mensen kunt omgaan is niet alleen belangrijk voor de gezelligheid, maar ook omdat je later tijdens je militaire werk verplicht zult samenwerken en samenleven met collega’s die je zelf niet uitkiest. Vandaar dat je daar op veel momenten alvast mee leert omgaan. Dat is elke dag ook heel duidelijk tijdens de middagmaaltijd: je mag dan namelijk niet zomaar aanschuiven bij je maatjes, nee, er is altijd een andere tafelindeling waarbij vier jongstejaars, twee tweedejaars en twee derdejaars samen aan één tafel moeten eten. “Daar komen soms de raarste gesprekken uit voort”, lacht Canan. En inderdaad blijkt het verbroederend te werken: Maurits en Canan kennen inmiddels alle adelborsten op het KIM, sowieso van gezicht, vrijwel allemaal van achternaam, en steeds meer mensen ook verder dan dat. Omgaan met mensen met wie je niets denkt te hebben – hier op het KIM hoort het erbij als een deel van je opvoeding.

Juli 2008

Geen opmerkingen:

Een reactie posten