dinsdag 20 oktober 2009

Maartje & de marine 1

Maartje van der Maas uit Spaardam is LTZ 2 (luitenant ter zee der tweede klasse) bij de Koninklijke Marine. Ze werkt als wachtsofficier aan boord van de Hr.Ms. Willem van der Zaan en is net terug van een vaarperiode naar de Middellandse Zee. In haar column in SUBS-magazine vertelt ze elk kwartaal over haar persoonlijke ervaringen bij de marine.

VAARWEL!

Ja, eindelijk gevonden! Ik heb wel vijf minuten mijn kast moeten doorspitten, maar daar is hij dan: mijn opblaasbare oranje kroon. Nu nog dat oranje T-shirt… Ook de rest van de bemanning is druk in de weer om zoveel mogelijk oranje attributen en kledingstukken bij elkaar te sprokkelen. Een aantal jongens van de technische en de nautische dienst zijn hun hele vrije ochtend bezig geweest met het bouwen van een kraan voor de brandslang. De logistieke dienst vult allemaal plastic zakjes met koffieprut en aardappelschillen. Ondertussen wordt het kanon met behulp van een geblokt laken getransformeerd tot een grote voetbal. Een paar korporaals beschilderen in de hangar een spandoek met het woord: “VAARWEL”. Wat is toch de oorzaak van al die vreemde bedrijvigheid? De navigatieofficier praait het antwoord over de scheepsomroep: “Attentie, hier de brug. Iedereen moet zich gereed maken voor de sailpast en aantreden aan dek!”

Vier maanden lang hebben we elke dag samengewerkt en geoefend met de andere NAVO-schepen: in vlootverband dus. Er waren Duitsers bij, Portugezen, Denen, Polen, Canadezen en Amerikanen: zeven schepen in totaal, met dat van ons erbij. In verschillende havens hebben we met elkaar gebarbecued, samen leuke uitstapjes gemaakt, of tegen elkaar gevoetbald.

Vandaag is onze laatste dag in dit vlootverband. Wij beginnen na vier maanden aan de terugreis naar Nederland. Maar… we kunnen natuurlijk niet zomaar weggaan zonder afscheid te nemen van de andere schepen. En dat afscheid nemen, dat doen we met een sailpast.

Terwijl de schepen formeren – naar een bepaalde vaste opstelling manoeuvreren – test de nautische dienst alvast even de kraan met de brandslang. Het water spuit wel dertig meter ver. Mooi, daar halen we de andere schepen wel mee! Wij liggen voorop en één voor één komen de andere schepen op een afstand van twintig tot dertig meter langszij varen om voor de laatste keer naar elkaar te zwaaien. Zodra het eerste schip langszij ligt, gaat meteen de brandslang aan en raken we bijna de commandant van het Poolse schip. Ook de zakjes met prut van de logistieke dienst vinden hun weg naar onze slachtoffers aan de overkant. Ik sta me een bult te lachen om de hele happening. Het Portugese schip heeft allemaal smilies op haar radars geschilderd en de Denen hebben zelfs een bemanningslid met een brandslang in de kraan gehangen, zodat ze beter kunnen mikken. Ik sta vol verbazing te kijken naar de Amerikanen, die een heel mooi spandoek hebben gemaakt, als ik ineens hoor: “Maartje, BUKKEN
!!!” Te laat: ook ik heb een nat pak gehaald...

Juli 2006

Geen opmerkingen:

Een reactie posten