vrijdag 11 december 2009

Bregjes blog (12)

Thuiskomst in Nederland

Nog een ruime week en dan zijn we weer in Nederland. Terug van een bijna 6 maanden lang avontuur in de West. Een periode die voor mij toch wel omgevlogen is als ik er nu op terugkijk.

We hebben met z’n allen veel gedaan tijdens deze reis: na een DISTEX-oefening (Disaster Relief Exercise) bij Plymouth (Engeland) en door naar het Caribisch gebied waar we binnen de territoriale wateren rondom de Nederlandse Antillen en Aruba samen met de Kustwacht NA&A veel kustwachtoperaties hebben uitgevoerd (illegale visvangst, vals geld, drugs, illegale vuurwapens, etc.) en op open zee samen met een Amerikaans LEDET (leden van de Amerikaanse kustwacht) drugspatrouilles hebben gevaren.

Daarnaast hebben we zo’n 15 verschillende schepen van olie voorzien, want we zijn en blijven natuurlijk een olietanker. De kleinste was een schip van de Amerikaanse kustwacht (patrouilleboot) en de grootste was een Amerikaanse helikoptercarrier die een kleine 2 miljoen liter dieselolie van ons wilde hebben (we hebben als we vol zijn ruim 9 miljoen liter dieselolie bij ons).

Ook hebben we meegedaan aan de grote internationale maritieme oefening Panamax (dit jaar met 22 landen met 33 schepen). Het doel van deze internationale oefening is het beveiligen van het Panamakanaal tegen terroristen. De militaire samenwerking tussen meerdere landen en meerdere krijgsmachtonderdelen (land-, lucht- en zeemacht) levert veel trainingswaarde op. Met meerdere landen wordt gezamenlijk opgetreden als één grote militaire macht, zoals nu ook wordt uitgevoerd tegen piraterij in de Hoorn van Afrika.

Helaas hebben we zelf geen drugs onderschept, maar hebben we wel een rol gespeeld in de drugsvangst van Hr.Ms. Van Speijk (1.000 kg marihuana). Ook hebben we voortvluchtige misdadigers van een roofoverval op St. Maarten opgepakt, een spookschip waar moorden op gepleegd waren gevonden, onderzocht en naar Grenada gesleept, onze Lynx-helikopter heeft geassisteerd bij het vliegtuigongeluk bij Bonaire etc.

Maar we hebben als bemanning ook 2 goede doelen gesteund. Dit zijn de stichting “Siloam” die zich inzet voor ernstig zieke kinderen en de stichting “Boso Kosecha” (in het Nederlands “Jullie Oogst”), die kansarme kinderen na schooltijd (gratis) opvang biedt. Bij Siloam hebben we een oud gebouw volledig opgeknapt (schoongemaakt, nieuw sanitair, nieuwe ramen, deuren en kozijnen en van binnen en buiten geverfd). Daar kunnen ze nu extra opvang en onderwijs gaan bieden. Ook hebben zij nog een heel pakket met medische goederen gekregen die ze hard kunnen gebruiken bij de verzorging van de kinderen. Voor Boso Kosecha hebben we een bus gekocht waarmee ze de kinderen van school kunnen halen en een speelhuis met touwbrug, schommels en een glijbaan gebouwd.

Om dit alles te kunnen betalen hebben we als bemanning allerlei acties gehouden: het lange haar van een van de bemanningsleden (mannelijk) is afgeknipt (militair kort), van een ander bemanningslid is zijn snor eraf gegaan, er werden schoenen gepoetst, de tandarts heeft tanden gepolijst, een van de bemanningsleden waste in zijn vrije uurtjes de burgerwas van de bemanning en nog meer. Dit alles uiteraard tegen betaling. Daarnaast hadden we een aantal sponsors die ons hebben geholpen met de bus (die we in Amerika hadden gekocht) naar Curaçao te brengen.

Van de 171 dagen die deze reis heeft geduurd hebben we er zo’n 45 in een haven gelegen voor de nodige “rest and recreation”. Dit lijkt veel, maar na een dag of 10 à 12 op zee is het lekker om even van het schip af te zijn. We hebben mooie havens aangedaan: Aruba, Bonaire, Curaçao, St. Maarten, Antigua, Trinidad, Dominicaanse Republiek, Puerto Rico, Costa Rica, en Miami in Florida. Het havenbezoek aan Cartagena in Colombia is helaas niet doorgegaan. We lagen op het punt om de haven binnen te lopen en toen kregen we de opdracht om om te keren en terug te gaan naar het operatiegebied. Jammer, maar dat is de risico van het vak zeg maar.

En nu varen we dus weer richting Nederland. We kunnen gelukkig langzaam wennen aan de kou. Want 5 maanden lang zon en een temperatuur van zo’n 28-32 graden is toch wel erg lekker. Momenteel is het slechts 16 graden, zien we het zonnetje maar sporadisch en waait het. We schommelen al aardig (waarbij het anker soms flinke klappers maakt) en dat zal de komende dagen wel erger worden. Maar ik heb nog een flinke voorraad zeeziektepillen, dus dat gaat wel lukken.

donderdag 19 november 2009

Bregjes blog (11)

Caribisch gebied, tapasbuffet

Om de zondag op zee toch een beetje leuker te maken heeft de Logistieke Dienst deze keer een tapasbuffet op het programma staan. Zowel de zaterdagmiddag als de zondagochtend is men bezig geweest met de voor-bereidingen hiervoor.

Misschien had ik het nog niet eerder verteld, maar wij eten altijd ’s middags warm. Dat is voor het kombuis (de keuken) het makkelijkste. ’s Ochtends beginnen ze met koken en na de maaltijd met voorbereiden voor de volgende dag en daarna schoonschippen (=schoonmaken). Als we ’s avonds zouden eten, dan zijn de mensen van het kombuis nog tot ver na de avondmaaltijd het kombuis aan het schoonmaken, terwijl hun werkdag er dan eigenlijk op zit. Het is in het begin altijd even wennen om ’s middags warm te eten (en dus ’s avonds brood tot de volgende ochtend), maar inmiddels is het wel fijn. Zeker als je nog wil sporten is zo’n volle buik ’s avonds niet handig.

Maar terug naar het tapasbuffet. Ze hadden hele lekkere dingen gemaakt (met overal veel knoflook erin): een kip-champignon-in saus-schotel, gamba’s, spareribs, spiezen met vlees en groenten, miniquiches, diverse heerlijke salades, meloen met ham, stokbrood met tapenade en nasi (voor de mensen die niet van al die ‘vreemde’ dingen houden). Het buffet was ingericht in het Gouden Bal (= onderofficiers-verblijf). In het Caf (= manschappenverblijf) waren de tafels mooi gedekt en de ruimte met ‘Spaanse’ atributen aangekleed. Het dessert en de koffie/thee stonden in het korporaalsverblijf klaar. Het zag er allemaal heel mooi uit en was erg lekker. Jammer dat je ogen dan al snel groter zijn dan je maag.

Op zondagmiddag hadden we spuitvoetbal. Je moet toch ook even kunnen ontspannen na een week werken (en een weekend op zee). Spuitvoetbal is eigenlijk niets anders dan met 2 teams met ieder een brandslang een soort grote skippybal aan een touw (anders zou hij nog eens over de reling kunnen vallen) elkaars doel spuiten. Het klinkt misschien wat simpel, maar het schijnt nog niet mee te vallen….

Het was in ieder geval prachtig weer en er waren zo’n 10 teams (van 4 personen) die deelnamen. Met duikbril op (uit de brandslangen komt nl. zout water) ging men elkaar vol te lijf. Lekker met water spelen bij een temperatuur van zo’n 32°C. Heerlijk (ik moest helaas foto’s maken J).

Na een uurtje spuiten was iedereen er wel klaar mee en werd de boel weer opgeruimd. De Nautische Dienst ging eerst het dek spoelen met zoet water (zout water vreet de boel weg) en daarna kon de helikopter weer naar buiten om een patrouille te gaan vliegen (eigenlijk was het andersom: het spuitvoetbal moest na een uur stoppen omdat er met de helikopter moest worden gevlogen).

Al met al had iedereen weer een leuke zondag gehad en konden we er weer een weekje tegenaan. Ook weer wat kleur opgedaan, want dat komt er doordeweeks niet zo van.

Wat hebben we deze week nog meer gedaan dan patrouilles varen/vliegen? Het boardingteam heeft schietlessen gehad, we hebben geoefend dat we problemen met de voortstuwing hebben en we (lees: Technische Dienst) deze zsm moeten oplossen om toch verder te kunnen varen, we hebben een brandoefening gehouden en CZMCARIB op bezoek gehad.

Daarnaast is de scheepsradio van start gegaan (dagelijkse uitzending van 18.00u tot 19.00u) en zijn de klaverjas- en dartcompetitie gestart. En natuurlijk veel sporten J.

Vrijdags de 24e zijn we aangekomen in Aruba, maar daarover meer de volgende nieuwsbrief.

Bregjes blog (10)

Caribisch gebied, drugspatrouilles

Donderdagochtend was het weer vroeg dag en zouden we vertrekken. Zo’n ochtend van vertrek is altijd hectisch: ik moest op het laatste moment een vliegticket boeken voor een bemanningslid dat wegens familieomstandigheden naar huis moest, er moest nog vers brood en melk worden geleverd en betaald en de huurauto’s moesten weer worden ingeleverd. Ook moet altijd het laatste vuil worden gestort en het schip helemaal vertrekgereed worden gemaakt.

Om 10.00u gingen dan de trossen los voor onze eerste 2 weken patrouille. We zouden deze weken rond de ABC-eilanden blijven varen en regelmatig patrouilles uit gaan voeren met het boardingteam van de Kustwacht dat aan boord was gekomen (3 man van Aruba en 3 man van Curaçao) en met de helikopter. Vooralsnog alleen met een toezichthoudende taak, maar als we daar opdracht toe krijgen ook met een opsporingshoudende taak.

Die middag zouden we ook gaan olieladen met het Engelse schip ‘The Iron Duke’. In het Caribisch gebied zitten nl. niet alleen Nederlandse, maar ook Engelse en Amerikaanse eenheden (van de afdeling ‘allied friends’; er zitten ook eenheden uit Venezuela, Colombia etc.).

’s Avonds stond er weer sporten op het programma. Ik had me weer ingeschreven voor bodyshake (45 minuten) en heb daarna nog 10 kilometer gefietst. Eerlijk gezegd viel dat niet mee na een paar weer te beginnen met sporten. Maar goed, mijn tropenwit zit nog steeds niet heel comfortabel, dus maar weer braaf gegaan.

De dagen erna hebben we diverse patrouilles uitgevoerd in het kader van Kustwachttaken en Counter Drugs operaties. Ik hoop dat jullie begrijpen dat ik hier niets over kan en mag vertellen. Niet hoe we aan onze informatie komen en niet hoe en waar we precies de operaties uitvoeren. Niet dat dat geen interessante informatie zou zijn, maar we geven nooit inzicht in de manier van tactisch optreden. Een kijkje in de keuken kan leuk zijn, ook voor de ‘tegenpartij’ en die willen we natuurlijk niet te slim maken.

Soms wordt er door de commandant zelfs een ‘blackhole’ bepaald. Dat wil zeggen dat we niet kunnen bellen en e-mailen zolang deze ‘blackhole’ van kracht is (varieert van een paar uur tot een paar dagen). Dit om te voorkomen dat als we met een speciale opdracht bezig zijn er toch informatie uitlekt. Het bijvoorbeeld onschuldig melden aan het thuisfront wanneer we in de volgende haven zijn en welke haven dat is kan voor de ‘tegenpartij’ hele belangrijke informatie zijn. En je weet nooit wat er aan informatie wordt onderschept; er gaat veel geld in de drugshandel om en deze mensen beschikken vaak over geavanceerde apparatuur.

Het gevaar is nu wel een beetje dat onze reis op een soort gesponsorde cruise gaat lijken, maar ik kan jullie verzekeren dat dat reuze meevalt. In de 25 weken die we weg zijn doen we 14 weekenden een haven aan. De rest van de tijd zitten we op zee en werken we gewoon door. Alleen op zondagmiddag proberen we het programma zoveel mogelijk vrij te laten zodat iedereen even kan ontspannen (lees: in de zon liggen).

Op zee sta ik iedere dag om 06.00u op. Om 06.30u is het eigenlijk ‘overal’ (tijd dat iedereen die geen wacht loopt moet opstaan), maar ik vind het lekker om ’s ochtends rustig te kunnen douchen en aan te kleden. Voordat ik ga ontbijten ga ik altijd even naar de brug (vanwaar men het schip bestuurt) om te kijken waar we zijn op de kaart en wat voor weer het is. De zon is dan net op en nog niet zo heet (het is hier ’s middags zo’n 32°C met de zon bijna loodrecht boven ons). Wel is het buiten al lekker klam en vaak al zo’n 27°C. Lekker windje erbij en een beetje golven. Heerlijk even wakker worden en genieten van het uitzicht.

Vaak zie je vliegende visjes (die hier iets kleiner van formaat zijn dan op de Atlantische Oceaan) en zondagmorgen had ik het geluk 3 moederdolfijnen met een kleintje te zien zwemmen. Ze zwommen vlak onder het wateroppervlak met het schip mee. Erg mooi te zien hoe zo’n kleintje moeiteloos naast zijn moeder zwemt en de juiste koers blijft volgen. Ze zullen vast geluidjes maken om af te spreken hoe ze zwemmen, want het is echt ongelofelijk om te zien hoe ontzettend synchroon ze zwemmen.

Bregjes blog (9)

Havenbezoek Curacao, goede doelen

Omdat we toen tijd over hadden tot de volgende ronde van briefings zijn we naar vliegveld HATO (het militaire deel) gegaan. De commandant heeft vroeger als TACCO op de Lynx-helikopter gevlogen en heeft op HATO nog collega’s uit de vliegwereld zitten. Hij heeft daar met een aantal mensen gesproken over de operaties die we de komende maanden gaan uitvoeren en ik heb een kleine rondleiding langs de Kustwachtvliegtuigen en -helikopters gekregen. Mocht zelfs even in een helikopter zitten (die in de hangaar stond L). Maar het was toch wel erg leuk!

’s Middags hadden we nog enkele briefings en daarna zijn we naar het Westen van Curaçao gereden, waar een van de goede doelen die we deze reis gaan sponsoren ligt. Het is gebruikelijk dat er tijdens zo’n lange reis allerlei activiteiten worden ontplooit waarmee geld wordt opgehaald voor een goed doel. Inmiddels varieert dat aan boord van schoenen poetsen, de burgerwas laten wassen door een van de korporaals die ’s nachts ‘eigen’ wasserij heeft geopend en waar je tegen een kleine vergoeding je burgerwas door kan laten wassen en strijken, een bingo en het project ‘Kojak’ waarbij de paardenstaart van een van de mannelijke opvarenden het moet gaan ontgelden als er door de rest van de bemanning genoeg geld bijeen wordt gelegd. De komende tijd staan er nog meer activiteiten en ludieke acties op het programma. Volgt.

Een van de projecten die we gaan sponsoren is Siloam Village van ene Broeder Herman. Zij vangen terminaal zieke en gehandicapte kinderen op en bieden hen een veilig onderdak. Ook hebben zij een soort ‘tafeltje dekje’ service en verzorgen wel zo’n 500 warme maaltijden voor armlastige buurtgenoten. Eigenlijk zou het niet nodig moeten zijn, maar het verschil tussen arm en rijk op Curaçao is groot (en er zijn veel arme mensen).

Ze hebben een groot terrein en grootse bouwplannen, want nu slapen de meeste kinderen nog in oude verbouwde containers (op KM-stapelbedden). Ze willen van ons geen geld aannemen, maar wel goederen en hulp. Het geld dat we nu inzamelen gaan we dus gebruiken voor het kopen van spullen die ze nodig hebben en we gaan een dagje met z’n allen klussen (de nieuwbouwplannen duren nog even, maar wat er nu staat heeft tot die tijd wel een opknap- cq. schilderbeurt nodig).

Na de presentatie van Broeder Herman over het project (en daarbij vele foto’s van de kindjes) en een rondleiding zijn we weer terug naar het schip gegaan. Daar snel omgekleed en naar het Marriot Hotel gegaan. Dit is een erg sjiek hotel met zwembaden die tot op het strand lopen en een prachtig aangelegde tuin. Wel erg Amerikaans (hoezo contrast met eerder deze middag?). Na een drankje op het strand lekker pizza zitten eten en redelijk op tijd weer terug aan boord.

’s Woensdags stonden de laatste briefings op het programma. Na de middag ben ik samen met de Commandant en de Eerste Officier voor een kort bezoek naar landhuis Ascension gereden.

Landhuis Ascension behoorde vroeger bij een plantage (gesticht in 1672) en een van de oudste landhuizen op het eiland. Op de plantage werden vroeger maïs, bonen, katoen en indigoplanten verbouwd. Het is inmiddels volledig gerestaureerd en sinds 1965 in gebruik als Vormingscentrum van de Koninklijke Marine.

De afgelopen 3 dagen is de bemanning in groepen bij dit landhuis geweest voor een ‘dagje uit en bezinning’. ’s Ochtends stond een bezoek aan het Kura Hulanda (museum grotendeels gewijd aan de geschiedenis van de slavernij en de Afrikaanse landen waar de slaven vandaan werden gehaald) op het programma als mede een rondrit over het eiland. ’s Middags was er tijd voor een verfrissende duik, een groepsgesprek met de Geestelijke Verzorging en ’s avonds stond er een BBQ op het programma.

Toen we weer terug aan boord waren wederom de kleding-drill uitgevoerd (mijn mannelijke collega’s hebben daar toch minder tijd voor nodig, maar ik rommel dan ook graag wat tussendoor). Lekker leesboekje mee en de rest van de middag op een bedje op het strand bij het Avila Hotel gelegen en in de zee gezwommen. De zee is hier best ‘woest’ en ik zwem dan ook niet voorbij de keien die als een soort golfbrekers in het water liggen. Er schijnen daar wel veel tropische visjes te zitten en ik heb mijn duikbril en snorkel bij me, maar iets houdt me toch tegen (het idee van een eng beest?). Dan maar weer een pina colada…

Het was in het Avila Hotel die avond Antilliaanse avond met dito muziek: 3 mannen met gitaar die al zingend de tafeltjes langsgingen. Aangezien het tempo van de liedjes wat laag was en het onvermijdelijk leek dat ze ook ons tafeltje aan zouden doen, gingen we bedenken wat we ze konden laten zingen. Aangezien mijn inspiraties na een middagje luieren me in de steek liet, moest ik het met die van mijn collega doen: hij zou zeggen dat ik jarig was. Nee, dat is leuk ;-) Dus die 3 mannen uit volle borst het hele verjaardagsrepertoire zingen (zowel Engels als Nederlands). Na alle felicitaties in ontvangst te hebben genomen hebben we grinnikend verder zitten eten. Ik heb hem wel gezegd dat ik natuurlijk niet iedere haven jarig kan zijn!

Bregjes blog (8)

Havenbezoek Curaçao, Examen Bijzonder Agent van Politie (BAVPOL)

Zondags ben ik om 09.30u door de chauffeur van de wacht naar de marinebasis gebracht. Daar was de herdenkingsdienst voor het overleden meisje. Het was heel erg druk, veel meer mensen dan stoelen. Er heerste een erg verslagen sfeer en er zijn ook geen woorden voor. Het was een mooie bijeenkomst en ik hoop dat het hen veel steun heeft gegeven. Het was wel zo’n moment waarna ik erg graag de jongens een dikke knuffel had willen geven…

Toen ik om 11.15u weer terug aan boord was, omgekleed, gegeten en aan de studie. De commandant en ik hebben in maart een tweeweekse opleiding tot BAVPOL oftewel Bijzonder Agent van Politie gevolgd. Dit hebben we nodig om in de territoriale wateren van de Nederlandse Antillen en Aruba te mogen optreden en proces-verbaal te kunnen uitschrijven.

In principe gebeurt al het toezichthoudende, opsporings- en dienstverlenende werk door ons schip onder verantwoordelijkheid van de commandant, maar ik ben zijn ‘legal advisor’ oftewel juridisch adviseur en in die hoedanigheid heb ik de opleiding ook gevolgd. De lesstof bestaat uit een ordner vol aan dictaten plus een wetboek. Wel interessant, maar heel veel leesvoer.

De lessen in maart werden gegeven door een gepensioneerd politieman uit Curaçao (de eerste week alleen en de tweede week samen met een collega). Dat was best pittig zo met z’n tweeën in de klas; je kunt dan niet even wegdromen. Ook moest je de hele dag erg actief luisteren om ze te volgen en dat is 10 dagen lang best zwaar. Gelukkig wisten ze wel veel uit de praktijk te vertellen. Daarnaast was het leuk om in maart alvast kennis te maken met de taal, cultuur en gewoonten van de Antillen, want we hadden het natuurlijk niet de hele dag over allerlei wetten en verordeningen.

Natuurlijk hadden we tijdens de overtocht al een en ander doorgelezen en een samenvatting van de lesstof gemaakt, maar met het examen in het vooruitzicht wil je de stof toch goed beheersen. ’s Avonds hebben we samen nog de stof met behulp van enkele praktijkvoorbeelden doorgenomen.

’s Maandagsochtends begon de week van briefings en examen. We zijn eerst met alle officieren en enkele onderofficieren naar de kazerne gegaan voor een gezamenlijk koffiedrinken met de officieren van de kazerne. Een soort van informele eerste kennismaking zodat we van elkaar weten met wie wij/zij zaken doen de komende 5 maanden.

Na het koffiedrinken stond het 1e deel van het examen op het programma: 3 uur lang individueel schriftelijk vragen beantwoorden zonder gebruikmaking van al ons naslagwerk (we mochten er alleen een blanco wetbundeltje bijhouden). Daar waren we het niet helemaal mee eens; aan boord zouden we ook gebruik maken van alle dictaten, verordeningen en wetteksten (met aantekeningen) en zouden we ook samen overleggen om tot een juist besluit te komen. Na enig hen en weer gepraat mochten we dan toch op die manier ons tentamen maken.

Na de lunch en de andere drie dagen stonden er allerlei briefings op het programma: over de Rules of Engagement oftewel internationale afspraken die bij optreden in internationale wateren gelden, over drugscontroles en de juridische aspecten daarvan, over Kustwacht-operaties in het algemeen, over operaties met de diverse vliegtuigen en helikopters waar men over beschikt, allerlei intel-briefings etc.

Daarna waren we hard toe aan wat ontspanning en zijn we nog even een Pina Colada (alcoholvrij natuurlijk J) bij het Avila Hotel gaan drinken. Helemaal koloniaal, want we waren met z’n drieën in ons witte uniform. Terug aan boord snel omgekleed en de stad ingegaan. Even wat geshopt (alleen wat rondgekeken) en daarna bij ‘de Boogjes’ aan het water heerlijk vis gegeten (Mahi Mahi).

Terug aan boord nog een uurtje oude proces-verbaals doorgenomen, want dat zouden we de volgende dag als examenopdracht krijgen.

Dinsdags moesten we al om 07.00u op de kazerne zijn voor het 2e deel van ons BAVPOL-examen. 07.00u lijkt erg vroeg, maar omdat het dan nog niet zo warm is (‘slechts’ zo’n 26°C, een lekker briesje en nog niet z’n scherpe zon) wel een erg lekker tijdstip van de dag.

Met het examen ging het helaas iets minder; men had besloten ons examen van maandag ongeldig te verklaren omdat we ons niet aan het reglement hadden gehouden. Daarom moesten we het examen van vandaag zonder enig hulpmiddel maken; alleen pen en papier dus. Omdat we dit zeer onrealistisch vonden zijn we opgestapt.

Een proces-verbaal moet namelijk volgens een vast format worden gemaakt, uiterst volledig en absoluut foutloos zijn. We zouden uit het blote hoofd een eind komen (we hadden het immers wel bestudeerd), maar in de praktijk zouden we ook onze voorbeelden en oefenopgaven erbij houden. Daarnaast zouden we het samen maken of in ieder geval door de ander laten nalezen. Klopt een proces-verbaal namelijk niet, dan keurt de rechter het af en gaat de verdachte vrij-uit.
Natuurlijk zijn we niet zo recalcitrant als het nu misschien overkomt, maar er zit eigenlijk een heel voortraject aan (zal ik jullie niet mee vermoeien). Daarnaast is sinds 1 mei jl. de Rijkswet van kracht die aan de commandant (zonder enige BAVPOL-opleiding of -examen) vergaande bevoegdheden geeft op het gebied van toezichthoudende en opsporingstaken varend onder de Kustwacht van de Nederlandse Antillen en Aruba.

Bregjes blog (7)

Havenbezoek Curaçao, ontspanning

Zaterdag 11 juli was ik om 06.15u alweer klaarwakker. Ik was nog niet helemaal gewend aan de nieuwe tijd; we hadden in 12 dagen dan ook 6 timeshifts (6x een uur terug) gehad, dus voor mijn gevoel was het eerder 9.15u dan 06.15u en zo lang slaap ik thuis nooit uit. Om 07.30u toch maar opgestaan, gedoucht en ontbeten. De rest was nog in diepe rust, dus maar wat aangerommeld en achter de computer gezeten.

Om 10.30u ben ik met een collega met de auto op pad gegaan. In onze midterm (soort verlof halverwege de reis) bestaat er een mogelijkheid dat partner en kinderen naar Curaçao overkomen en dan verblijven we in hetzelfde vakantiepark. We waren benieuwd waar het park precies was, hoe het eruit zou zien en misschien konden we wel een voorkeur voor locatie van het huisje opgeven.

Nog steeds niet gewend aan de zon was het flink puffen. We hebben alle huisjes zo’n beetje bekeken en beoordeeld op ligging en uitzicht en soms moesten we even terug om toch weer een vorig huisje te bekijken
(ik had hem al gewaarschuwd dat het net zoiets zou zijn als winkelen met een vrouw)

Na opgeschreven te hebben welke huisjes onze voorkeur zouden hebben, zijn we weer terug gegaan naar de receptie (gelukkig heeft hij een 5-persoons en wij een 4-persoons huisje gehuurd, dus we zitten niet in elkaars vaarwater). Daar waren de dames van de reservering net pauzeren en is het wel opgeschreven, maar heb ik er eerlijk gezegd weinig vertrouwen in dat het goed gaat komen. Maar dat maakt ook niet zo heel veel uit, ik denk dat we toch meer in het zwembad liggen dan in het huisje zitten.

Het zwembad zag er trouwens erg aanlokkelijk uit. Ik heb er vast een foto van gemaakt en naar de jongens opgestuurd. Voor de voorpret zeg maar. Je kon er ook heerlijk lunchen en liters ijsthee drinken (als je eenmaal gaat zitten om uit te rusten lijkt het wel of je ineens lek bent; het loopt in straaltjes van je gezicht af, moet dus aangevuld worden).

Daarna zijn we terug naar Willemstad gereden, naar de Albert Heijn. Geweldig, die hadden ze 10 jaar geleden nog niet. Het is zelfs een AH XL die er van binnen precies zo uitziet als een AH in Nederland. Het enige verschil is dat al het personeel van Antilliaanse afkomst is en dat geeft toch een grappig beeld. Niet verkeerd bedoeld, maar gewoon anders dan onze AH in Heemskerk.

Wel fijn voor als de jongens komen, kunnen ze lekker vertrouwd net als thuis AH eigen merk eten en geen ‘rare’ Antilliaanse dingen (of zou Boris zijn bijgedraaid als ik hem in oktober weer zie?).

We waren eigenlijk bij de AH om de krant van de dag ervoor te kopen. Die schijnen ze daar nogal eens te hebben en dat was ook zo. Zowel in het Antilliaans Dagblad als in de Amigoe stond een foto met artikel over onze binnenkomst op Curaçao. En die wilden we natuurlijk hebben voor het plakboek. Op de laatste bladzijde een van de krantenartikelen. Deze stond in het Antilliaans Dagblad op pagina 3. Het andere artikel stond zelfs op de voorpagina!

Na het bezoek aan de AH was het echt tijd voor wat rust en zijn we naar het Avila Hotel gegaan. Dit is een 4 of 5 sterren hotel vlakbij Willemstad en bestaat voor een groot deel uit heel mooie gerestaureerde huizen uit de koloniale tijd. Volledig van alle gemakken voorzien en direct aan het strand met van die parasols van palmboombladeren en van die heerlijke ligbedjes. Daar hebben we de rest van de middag gelegen met een Pina Colada onder handbereik. Tja, dat zijn dan weer de krenten in de pap zeg maar.

De zee was prachtig helder blauw, net een zwembad, maar dan behoorlijk zout (je vergeet bijna je mond dicht te houden, omdat je meer aan zoet water denkt). Temperatuur van het water was zo’n 29°C en lucht zo’n 33°C. Het voelde echt aan als vakantie. Heerlijk even niet aan de boot denken en lekker lui onderuit liggen. Ik was alleen mijn boek vergeten, maar een beetje over het water staren of even met je ogen dicht liggen is ook heerlijk.

’s Avonds hadden ze een BBQ-avond en dat was van een bijzonder goede kwaliteit. Daarnaast merk je duidelijk dat dit een prima hotel is, waar het woord service en gastvrijheid nog met een hoofdletter wordt geschreven. Prima toeven dus.

Het is hier ’s avonds al rond 7 uur donker en dan heb je al snel het gevoel dat de avond heel lang duurt. Ook koelt het niet veel af. Het enige is dat je je goed moet insmeren met DEET om niet opgegeten te worden door de muggen (eigenlijk meer een soort hele kleine vliegjes met een groot gebit). Gelukkig vonden ze mijn collega lekkerder en had ik er nauwelijks last van.

Bregjes blog (6)

Havenbezoek Curaçao, Party

Na het ceremoniële deel en het afmeren ben ik me snel gaan omkleden en de papieren voor de douane gaan pakken. We hadden nl. behoorlijk wat goederen bij ons die in Curaçao gelost moesten worden. Niet alleen voor de marine (oa. 7 landrovers, 4 pallets met noodrantsoenen, 12 pallets met droge store oftewel lang houdbare boodschappen, wapens en munitie), ook voor allerlei goede doelen hadden we spullen bij ons (oa. 2 gepantserde auto’s van de KLPD, 2 containers met oud schoolmeubilair en zo’n 25 pallets met schoolboeken, schooltassen, knutselmateriaal, knuffels en afgeschreven computers).

De kraan met hijsjuk voor de auto’s stond keurig om 10.00u klaar, de douane had schijnbaar minder haast. Gelukkig hadden we hulp van mensen van de afdeling lucht- en zeevracht van de marine (en waren zij van Antilliaanse afkomst), maar we mochten toch pas om 11.30u beginnen met lossen. Het gevaar is dan dat iedereen om 12.00u weer wegrent voor de pauze (van een uur of 2), dus we hebben de kraanmachinist, de heftruckchauffeur en de knechtjes op de wal maar aan boord laten eten (wisten we zeker dat het werk zsm doorging J).

Het had al maanden niet geregend, maar net als 10 jaar geleden
hoosde het flink nadat we waren afgemeerd. En dan niet van die kleine miezerige druppeltjes als in Nederland. Nee, van die flinke druppels waar je binnen 10 tellen kletsnat van bent. Echte tropische buien, maar steeds slechts enkele minuten lang. Daarna brak de zon weer brandend door, waardoor het behoorlijk warm en klef werd. Ik was duidelijk nog niet geacclimatiseerd.

Het lossen duurde de hele middag (tot een uur of 5). Niet zozeer vanwege het tempo, want er werd door alle partijen hard gewerkt, maar meer door de hoeveelheid. Ondertussen werd op het helidek de buitentent voor de party opgezet. Dit is een flinke tent van zo’n 15 bij 20 meter (eigenlijk meer een luifel). Ook de verdere aankleding (feestverlichting, planten, statafels, viskar, molen etc.) alsmede de tap moesten klaar worden gezet. Om 19.00u stonden de eerste gasten voor de deur. Door CZMCARIB waren er zo’n 350 uitgenodigd, maar vanwege de vakantie waren er zo’n 225 op de uitnodiging ingegaan.

Wie er dan zoal kwamen? Diverse mensen van de regering van de Nederlandse Antillen (waaronder de Minister-president, mevrouw de Jonge en ministers), de gouverneur, diverse ambassadeurs en honorair consuls die op het eiland een post hebben, directeuren van grote bedrijven en hotels op het eiland, hoge ambtenaren van politie, justitie en douane en natuurlijk veel marinemensen die op het eiland zijn gestationeerd (veelal officieren). Dat laatste was natuurlijk erg gezellig, want er zijn altijd wel een boel bekenden bij.

We hadden ons weer netjes in het wit gestoken (na een frisse douche uiteraard), nu rok met jasje en van die prachtig witte maar o zo rot lopende pumps (althans die van mij, maar die kwamen dan ook net nieuw uit doos). Comfort nul en na er een paar uurtjes op gestaan te hebben voelde ze steeds meer als martelwerktuigjes aan. Gelukkig hoef ik ze alleen bij party’s aan en dat is pas in Aruba weer.

De party was op logistiek gebied een succes. De koks hadden zich uitgeleefd op de hapjes (niet alleen vette snacks en laffe ovenhapjes van bladerdeeg, maar zalmrolletjes met mousse, gevulde cherrytomaatjes, zalm en paling op toast met mooie garnering, hapjes met roomkaas en roggebrood etc.).

De avond kreeg alleen een verdrietig einde toen bekend werd gemaakt dat het dochtertje van een van de marinemensen die op het eiland werkt die avond totaal onverwacht was overleden. Dan merk je dat het toch wel een kleine gemeenschap is waarbij iedereen iedereen kent en met elkaars wel en wee meeleeft. Zondag zou er een afscheidsdienst worden gehouden waar ik ook heen ben geweest (hij is namelijk een jaargenoot van me met wie ik 16 jaar geleden in dienst ben getreden, 5 jaar bij in de klas heb gezeten en samen een afstudeerproject heb gedaan. Ik had hem al jaren niet gezien, maar wel (sinds de geboorte van de kinderen) via hun weblog op internet had gevolgd).

Na het einde van de party moest er eerst worden opgeruimd en hebben we daarna met de Logistieke Dienst nog wat gedronken. Erg laat heb ik het niet gemaakt, maar dat kwam voornamelijk omdat mijn voeten het echt niet langer volhielden.

Bregjes blog (5)

Havenbezoek Curaçao

Na het vertrek, de DISTEX-oefening en de overtocht was dan eindelijk Curaçao in zicht. Voor ik meer over dit havenbezoek ga vertellen eerst even een stukje staatskunde:

Curaçao vormt samen met Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba de Nederlandse Antillen. De Nederlandse Antillen vormen samen met Aruba en Nederland weer het Koninkrijk.

Voor het Koninkrijk (NL, NLA & A) regelt het Statuut de verhouding tussen de 3 verschillende delen. Hierin staat oa. beschreven dat ieder land zelfstandig zijn eigen belangen behartigt, dat zij op voet van gelijkwaardigheid de gemeenschappelijke belangen zullen verzorgen en dat zij elkaar wederkerig bijstand zullen verlenen.

Dit Statuut geeft autonomie aan de Nederlandse Antillen & Aruba,

maar er zijn zaken die zij niet zelf mogen regelen (Koninkrijkszaken).
Hieronder vallen oa. defensie, buitenlandse betrekkingen, het Nederlanderschap en rechtszekerheid.

Defensie is dus een Koninkrijksaangelegenheid en de defensietaken zijn door de Nederlandse Staat belegd bij de Nederlandse krijgsmacht. En dus opereert de Koninklijke Marine ook in dit gebied. Maar eigenlijk zorgt De Koninklijke Marine wereldwijd voor veiligheid op en vanuit zee. Zo zijn er de afgelopen tijd eenheden ingezet voor de kust van Somalië (ivm piraterij) en zijn er mariniers gestationeerd in Afghanistan (ivm wederopbouw).

Maar goed, terug naar ons havenbezoek aan Curaçao. Vrijdag 10 juli kwamen we na 11 dagen varen dan eindelijk aan in Curaçao. Je ziet van afstand al het Plaza-hotel (vroegere Van der Valk-hotel) en de markante boog van de Koningin Julianabrug En natuurlijk de vieze, behoorlijke rokende schoorstenen van de ISLA (olieraffinaderij, vroegere Shell).

Een havenbezoek aan Curaçao gaat altijd gepaard met veel ceremonieel. Saluutschoten voor de Koninkrijksvlag en gouverneur. In Curaçao huist ook de Commandant van het Caribisch Gebied (CZMCARIB), oftewel de hoogste marineman die het militaire commando voert over dit deel van het Koninkrijk. De saluutschoten worden eerst door het schip afgegeven en daarna door de wal worden beantwoord. Eerst al varend langs de kust en daarna vlak voor het invaren van de haven.

Bij deze saluut-schoten hoort de ‘paradeerrol’ oftewel het geheel in het witte tropenuniform gestoken en op regelmatige afstand van elkaar staan langs de hele ‘lijn’ van het schip. Dit hadden we donderdags al geoefend (alleen het netjes opgelijnd staan), maar nu was het dan echt zover.

Het was flink bewolkt met een harde wind, maar daar hoorde je niemand over. Het was namelijk zo’n 27°C en dan is zo’n uur stil in de zon staan echt geen pretje. De helikopter vloog rond om foto’s van het schip en de paradeerrol te maken en is daarna naar vliegveld Hato afgevlogen. Daar zal de helikopter de komende dagen staan (op het militaire deel) zodat men daar makkelijker onderhoud aan de kist kan geven.

Om 07.30u werd de loods opgepikt en om 08.00u stond iedereen keurig aangetreden voor de ceremoniële binnenkomst. Dat ziet er toch wel heel mooi uit, allemaal in het wit in het gelid. Om 08.30u klonk het eerste van de 21 saluutschoten vanaf het schip. We lagen zo’n 500 meter uit de kust en voeren richting het oosten. Na onze saluutschoten werden deze beantwoord vanaf de wal (ook 21 saluutschoten).

Hierna draaide het schip om voor de haveningang te komen liggen waarna nogmaals 21 saluutschoten door het schip werden gegeven. Het laatste schot klonk precies toen we de haven invoeren. Daar ligt rechts vooraan het gouvernementsgebouw, waar de gouverneur van de Antillen op het balkon stond om het schip officieel welkom te heten. Dat was toch wel even een kippenvelmomentje (eigenlijk meer een trots gevoel).

De Annabaai is niet heel breed (tenminste niet als wij er doorheen varen), dus het zag er vrij imposant uit. Als je dan de gouverneur daar ziet staan met de gewapende wacht ervoor en je bedenkt je dan dat het Caribisch gebied de komende 5 maanden je werkterrein is en we daar echt goed werk gaan doen, dan doet dat best wat met je.

Ook vond ik het erg leuk om Curaçao weer te zien. Ik kan me van de vorige keer (10 jaar geleden) wel wat herinneren (meer dat ik het een armoedige bende vond) en ben erg benieuwd of er veel (ten goede) veranderd is. Daarnaast vallen wij nu ook onder het commando van CZMCARIB en worden door hem ingezet, terwijl het de vorige keer slechts een routine havenbezoek was.

Bregjes blog (4)

Overtocht westreis, land in zicht

Zondag hadden we ook de eerste jarigen op zee. Traditie is dat als je op zee jarig bent, je een taart van de commandant krijgt. De bakker had het druk, want het waren er 4 jarigen tegelijk. Wat ook een traditie is, is een kerkdienst op zee. Momenteel hebben we een vrouwelijke vlootaalmoezenier (VLAM) meevaren. Zij is pastoraal werkster en van origine Belgische. Zij is gestationeerd op Curaçao en vaart voor een eerste kennismaking met ons mee. Ze had heel lief voor de gehele bemanning een Leonidas bonbon (praline) meegenomen. Kregen we vandaag bij de koffie.

Vanaf maandag 6 juli kun je goed merken dat we in tropischer wateren komen. Het is ’s ochtends om 06.30u al 26°C met een behoorlijke luchtvochtigheid. Omdat de zon nog maar net op is en nog niet heel warm is het met een lekker briesje prima te doen (dat briesje komt grotendeels omdat we constant op bijna volle vaart (20 knopen) lopen om op tijd bij de Antillen te zijn).

Vanochtend voor het eerst vliegende vissen gezien. Wat is dat een maf gezicht. Het zijn haringachtige vissen (rug donkergrijs, buik lichtgrijs) met grote ‘vinvleugels’ voor en kleinere ‘vinvleugels’ aan de achterkant. Daarnaast lijkt het alsof ze hun staartvin uitspreiden (om te sturen?). Ze scheren vlak boven het water en leggen wel zo’n 30 tot 50 meter af. Helaas is ons schip te hoog voor ze om op het dek te belanden (maar beter ook, want dat zouden ze niet overleven).

Deze week staat grotendeels in het teken van voorbereidingen voor ons havenbezoek aan Curaçao en het daarbij behorende saluut en diverse briefings voor onze operationele taken (oa. kustwacht- en intelbriefings). Dat betekent ook dat ik echt aan de studie moet; we hebben namelijk maandag en dinsdag examen BAVPOL. Kan me er alleen niet zo toe zetten….

Ik heb in maart jl. samen met de commandant een tweeweekse opleiding tot Bijzonder Opsporingsambtenaar van Politie (BAVPOL) gevolgd. We kregen les van een gepensioneerd politieman uit Curaçao. Een hele aardige man die me ook veel over het eiland en de geschiedenis heeft verteld en veel spannende voorbeelden uit zijn jarenlange ervaring als rechercheur kon vertellen, maar alles wel op zijn Antiliaans. Met name de uitspraak was niet altijd even goed te verstaan en als ik nu de stof doorlees hoor ik steeds in mijn hoofd hoe hij alles uitsprak…..

Het is gebruikelijk dat we met groot ceremonieel Curacao binnenkomen waarbij we allemaal netjes in ons witte tropentenue staan opgelijnd (langs de gehele lijn/contour van het schip om de 2 meter een bemanningslid). Bij deze ceremoniële binnenkomst worden er ook saluutschoten afgegeven en staat de gouverneur van het eiland samen met de hoogste militair aldaar (de commandant van het Caribisch gebied; dit is een commandeur, zo eentje met veel goud en een ster).

We zouden de marine niet zijn als we dit niet netjes zouden vooroefenen. Dus woensdagmiddag moest iedereen zich in het wit hijsen (en opletten dat het niet nu al vies werd) en aantreden op de plaats die hem/haar vooraf was aangewezen. Nadat een tenue-inspectie was uitgevoerd en iedereen zijn/haar plaats wist, snel weer dat witte pak uit (en de airco weer in).

Woensdagmiddag hadden we voor het eerst sinds ruim een week weer land in zicht: Sint Maarten. Raar gezicht is dat om zo’n eiland uit de zee te zien komen. Er lag nu nog een groot cruiseschip in de haven, maar over een aantal weken liggen wij er voor een weekendje ‘rest & recreation’.

Later op de middag lagen we voor Saba. Saba is een grappig eiland met een eigen wolk (althans zo lijkt het). Het was redelijk onbewolkt, maar alleen om de berg op Saba (Mount Scenery) hangt een grote wolk.

Het water is hier prachtig helder, als er vissen zouden zwemmen (die zwemmen er vast wel, maar ik zie ze even niet) zou je die zo kunnen zien. We hebben voor Saba even stil gelegen en toen ben ik even voor op de bak (punt van het schip) over de reling gaan kijken naar de boeg van het schip. Je kon prachtig de ‘dome’ (bulb-achtig uitsteeksel) onder water zien.

Het water nodigt echt uit om te zwemmen (is zo’n 29°C), maar daar hebben w tot nu toe geen tijd voor gehad. Een aantal matrozen had daarom maar een watergevecht gehouden. Op een gegeven moment werd er zelfs een brandslang
(met zo’n 6 cm diameter) tevoorschijn gehaald)…. Natte boel dus.

Het is buiten behoorlijk warm en iedereen loopt dan ook de hele dag met een flesje water rond. Van de week was de luchtvochtigheidsgraad in het sporthok zelfs 97%. Nu is het daar weer zo’n 84% maar dat is nog altijd meer dan in Nederland. Binnen hebben we in een groot deel van het schip airco en als je een tijd binnen bent geweest en dan naar buiten loopt, loop je echt tegen zo’n warme klamme muur aan (maar we klagen niet hoor J).

Nog een nachtje slapen en dan lopen we Curaçao binnen. Ben erg benieuwd hoe het er is. Ik ben 10 jaar geleden met de marine daar geweest, maar kan me niet alles meer voor de geest halen.

In de volgende nieuwsbrief zal ik alles over het havenbezoek Curaçao vertellen.

Bregjes blog (3)

Overtocht westreis , bevoorrading op zee

Ook donderdag 2 juli regende het nog steeds vrolijk door en heb ik mijn moederdagcadeau (vouwstoel) nog niet uit gepakt. Wel ben ik sinds woensdag begonnen met sporten. Het was even doorzetten om mijn sportkleren uit de kast te halen, aan te trekken en naar het sporthok te gaan, maar ik had nu eenmaal mij tropenwit wat getailleerder besteld omdat ik dat wel mooi vond staan, maar dan moet ik er ook wel inpassen J. Na 10 km fietsen en 45 verdiepingen op de stepper geklommen te hebben is het begin gemaakt. Onze (vrouwelijke) chef-kok geeft ook allerlei sportlessen zoals spinnen, bodyshake en kickboksen. Daar moet je je voor inschrijven en dat vind ik wel een mooie stok achter de deur. Ik heb me dan ook braaf ingeschreven voor het spinnen (fietsen) en bodyshaken (met met zandgevulde kokers in je hand bewegen op muziek en allerlei buikspieroefeningen).

In de nacht van donderdag 1 op vrijdag 2 juli hadden we alweer de 3e timeshift (van tijdzone zulu naar november voor de kenners onder ons). Weer een uurtje langer slapen.

Het boardingteam heeft deze dagen allerlei schietlessen en oefeningen met de helikopter om straks helemaal voorbereid aan de slag te kunnen. Over de operaties die we straks gaan uitvoeren mag ik om (hopelijk begrijpelijke) operationele redenen niets zeggen. Niet waar we op patrouille gaan en niet wat we dan doen. Daardoor kan het soms lijken alsof het toch een grote cruise is en we alleen maar leuke eilanden aandoen, maar ik kan jullie verzekeren dat dat niet het geval is. We zijn en blijven een oorlogsschip en naast de patrouilles blijven we intern oefeningen draaien om steeds operationeel gereed en inzetbaar te zijn. Voor ietsje meer achtergrondinformatie verwijs ik graag naar de site van werkenbijdemarine.nl. Daar staat onder het menu-item ‘wie zijn we’- ‘wat zijn onze taken’ en stukje over drugsoperaties (met een stoer reclamefilmpje).

Zaterdag 4 juli stond in het teken van de RAS met Hr.Ms. Van Amstel. Hr.Ms. Van Amstel heeft de afgelopen 6 maanden in het Caribisch gebied rondgevaren en wij lossen hen af. Omdat ze onderweg moeten bijtanken en wij toch die kant opgaan is er onderweg een ontmoeting gepland waarbij wij olie aan hen afgeven (ze zouden anders moeten binnenlopen op de Azoren om daar bij te tanken).

RAS staat voor Replenishment At Sea oftewel Bevoorrading op Zee (BOZ). Hr.Ms. Amsterdam is een militaire olietanker, maar wij zeggen liever ‘Fast Combat Support Ship’ (klinkt beter). We kunnen namelijk meer dan alleen maar een varende Shell zijn (al hijsen we de vlaggen natuurlijk wel). We kunnen ook grote hoeveelheden goederen voor andere eenheden meenemen zoals munitie en voeding. Momenteel hebben we ook veel goederen voor goede doelen op Curaçao en Aruba aan boord zoals oude boekenkasten voor een bibliotheek, pallets vol met kinderboeken, schooltassen, knuffels, maar ook gepantserde auto’s van de KLPD. Daarnaast ook nog allerlei goederen voor de mariniers in de West zoals noodrantsoenen voor als ze op oefening gaan, jeeps en munitie.

Het was zaterdag eindelijk mooi weer en het is dan heel apart om op die grote oceaan een ander Nederlands schip tegen te komen. Wij onderweg naar ons missiegebied en zij onderweg naar huis. Natuurlijk over en weer zwaaien naar bekenden en foto’s maken.

Ik vind dat altijd een mooi gezicht dat RAS-sen. Er zijn verschillende soorten RAS-sen die wij kunnen uitvoeren: een of twee schepen langszij waarbij op een of twee posities (afgiftepunten) olie of goederen worden overgezet. We kunnen zelfs een derde schip via de achterkant van ons schip van olie voorzien (maar dat doen we eigenlijk nooit). De schepen varen dan op zo’n afstand van 40 meter naast ons en dat is best dichtbij als je bedenkt dat we onder invloed van de golven best kunnen schommelen en bewegen. De matroos die dan stuurt is dan ook zeer ervaren en bedreven in het schip op de juiste koers houden. Op YouTube zijn vast filmpjes te vinden (zoeken Koninklijke Marine of Amsterdam of BOZ gok ik).

Vandaag ook voor het eerst bruinvissen (dolfijnachtige) gezien. Eerst waren er een aantal verder van het schip, maar later waren er een paar die dichter bij het schip steeds over de golven die we maakten sprongen. Zag er mooi uit. Helaas had ik mijn fototoestel niet bij me en ik was bang dat als ik eenmaal terug was met fototoestel die beestjes alweer verdwenen zouden zijn. Ze zwemmen altijd maar even mee en blijven op de plek waar vis zit. Misschien dat ik ze deze reis nog eens kan vereeuwigen. We kwamen ’s middags ook nog bultruggen tegen, maar die heb ik zelf niet gezien want toen zat ik helaas bij een commandobriefing L.

De koks aan boord kunnen prima koken en daarom alleen is het sporten een must. Vandaag stond in het teken van Griekenland en de hofmeesters (matrozen die onder andere onze tafels dekken en eten serveren) hadden de longroom aangekleed met een Griekse vlag, een lange tafel gemaakt en die mooi aangekleed. Normaal eten we in shifts, maar nu (op de officier van de wacht op de brug na) gezamenlijk. Erg lekker en erg gezellig.

Dachten we nu het goede weer in gevaren te zijn, zondagochtend kwam er een behoorlijke tropische regenbui over. Zo eentje met van de hele grote dikke druppels waar je binnen een paar tellen kletsnat van bent. Maar…. om 13.15u klaarde het op en vanaf toen hadden/hebben we mooi weer. Ik heb ’s middags (voor het eerst) even heerlijk in de zon gelegen.

De dagen dat we op zee zijn hebben we afgesproken als gewone werkdagen te beschouwen zodat als we in een haven liggen allemaal (op de mensen die de wacht hebben na) vrij kunnen zijn. We liggen nl. niet altijd in het weekend in een haven, maar ook wel eens doordeweeks. Omdat de verhouding dan niet helemaal eerlijk zou zijn hebben we de zondagmiddag op zee wel vrij. Dat is eerlijk gezegd ook wel lekker. Natuurlijk hebben de mensen die de wacht op de brug, in de radiocentrale en de technische centrale dan wel een beetje pech (maar mogen ’s ochtends uitslapen), de rest van het schip doet lekker waar hij/zij zin in heeft. En deze eerste zondag stond zo’n beetje massaal in het teken van zonnen.
Graadje of 23 en flink briesje over dek: prima toeven.

Bregjes blog (2)

Overtocht westreis

Was het in Nederland een prachtig zonnige zondag, vanaf dat we buiten de 12-mijlszone (territoriale wateren) voeren zaten we vanaf de hoogte van Calantsoog (Noord-Holland) in een behoorlijk potdichte mist. Dit zou duren tot Island of White ten zuiden van Engeland. Daar was het maandagochtend mooi rustig weer met een zonnetje en een briesje en mooi blauw-groen water (in plaats van de groen-bruine Noordzee).

Maandag 29 juni stond geheel in het teken van de voorbereiding voor de DISTEX-oefening van dinsdag. Wat is dat DISTEX? Een ‘disaster exercise’ oftewel een humanitaire oefening voor als we worden ingezet voor serieuze ‘humanitarian disaster relief operations’. We bieden dan 1e hulp/humanitaire hulp tot de komst van NGO’s (Non Gouvermental Organisations zoals Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis), dan wel totdat de lokale bevolking zelf weer aan opbouw toekomt.



Deze ‘humanitarian disaster relief operations’ (bijvoorbeeld hulp na een orkaan) is een van de taken waarvoor wij in het Caribisch gebied zijn. Wij zullen komende reis daarnaast worden ingezet voor Counter Drugs Operaties en kustwachttaken (oa. grensbewaking, toezicht op milieu en visserij en het bieden van hulp aan schepen die in de nood zijn).

De primaire taak bij de DISTEX-oefening is het redden van mensenlevens en het verminderen van ongemak door het verlenen van 1e lijns zorg aan slachtoffers (opvang, lokaliseren, helpen, voeden). Secundaire taak is het blussen van eventuele branden en het herstellen van infrastructuur (denk aan het uitvoeren van reparaties aan elektriciteit, water-voorziening, huizen etc.). ‘Save lifes and lessen the suffering’.

De Engelse marine heeft in Plymouth een prachtig oefendorp en zet daarbij zo’n 20 ‘slachtoffers’ in. Veelal gepensioneerden die als LOTUS-slachtoffer dit regelmatig doen. Ze zijn van het type onvermoeibaar en blijven uitstekend in hun rol. Zelfs na zo’n 2 uur weten ze feilloos in te spelen op de acties die wij uitvoeren. Dit maakt het soms erg hectisch allemaal, maar het is daarom ook heel goed dat we dit beoefenen. We hebben wel allerlei verslagen en handige lijstjes etc., maar je moet dit toch zelf een keer ondergaan om te merken waar je allemaal tegen aan (kunt) lopen.

We boften dinsdag enorm met het weer en het was al met al een geslaagde dag. Eind van de middag alles weer ingeladen en aan boord gezet en toen echt vertrokken de grote oceaan over. In totaal is de reis van Den Helder naar Curaçao zo’n 4.000 mijl (ongeveer 7800 km). Aangezien het in Plymouth prachtig weer was geweest en we richting het Caribisch gebied zouden varen, verwachtten we allemaal rustig weer, helder zicht, blauwe lucht, zon en een lekker temperatuurtje. Dat viel even vies tegen: we kwamen onderweg diverse lage drukgebieden tegen (storingen) met de daarbij behorende regen, wind, kou etc. We gingen alweer bijna aan onze trui en colletjes denken. Ook schommelde het schip flink en heb ik ’s middags toch maar een pilletje uit mijn enorme voorraad zeeziektetabletten genomen en ben ik ’s middags tijdens de middagrust even gaan liggen (na 3 happen eten).

Middagrust zal ik even uitleggen: We beginnen ’s morgens om 07.30u met werken; tenminste de mensen die geen wachtdiensten lopen, zij lopen 4 uur op en 8 uur af (4 uur de wacht en 8 uur rust). Dit laatste klinkt misschien heel soepel, maar in de tijd dat ze af zijn moeten ze eten, ontspannen en slapen en vaak nog werkzaamheden voor de volgende wacht voorbereiden of lessen EHBO volgen of meedoen aan een schietoefening etc.

Maar goed, een deel van de bemanning werkt dus van 07.30u tot 16.30u en heeft middagpauze van 12.00u tot 14.00u. En die middagpauze noemen ze bij de marine middagrust. Dan lijkt het dat je misschien niet aan 8 uur werken komt, maar veel mensen werken ook nog ’s avonds door. Want we wonen op ons werk en natuurlijk kun je ’s avonds sporten, dvd kijken, computerspelletjes spelen, lezen, een blikje cola drinken (op zee mag geen alcohol worden gedronken) of gezellig samen wat kletsen, maar het is ’s avonds ook heerlijk rustig in het schip en met name de officieren en onderofficieren werken dan na het avondeten nog 1 of 2 uurtjes door.

Bregjes blog (1)

Vertrek Nederland en overtocht Westreis 2009

Zondag 28 juni 2009 was het zover: mijn vertrek voor bijna 6 maanden met Hr.Ms. Amsterdam richting het Caribisch gebied. Niet alleen aan boord vergt zo’n lange reis een gedegen voorbereiding (denk aan brandstof, munitie en voeding laden, het tropenwit kleden, het in tip-top conditie brengen van het schip en natuurlijk alle operationele voorbereidingen), ook thuis moest een goed plan komen om mijn lange afwezigheid op te vangen.

Het klinkt nu allemaal heel luchtig, maar ik moet eerlijk zeggen dat deze reis toch wel gemengde gevoelens geeft: aan de ene kant ga ik nu doen wat ik al jaren wil (als hoofd logistieke dienst varen) en aan de andere kant moet ik daarvoor wel mijn gezin een half jaar missen.

Misschien komt nu bij sommigen de vraag op waarom ik niet eerder als hoofd logistieke dienst ben gaan varen (toen we nog geen kinderen hadden)? Dat is heel simpel: als je net klaar bent met je studie wordt je ook niet meteen manager van een grote afdeling, daarvoor moet je eerst ervaring opdoen (en verschillende functies voor doorlopen).

Wat mijn functie van hoofd logistieke dienst inhoudt zal ik in een van de volgende nieuwsbrieven uitleggen. Nu eerst verder met het vertrek en de eerste 2 weken van onze reis.

Het was behoorlijk druk met uitzwaaiers (mede dankzij het prachtige weer). Iedereen stond voor de valreep (loopplank) nog een laatste zoen of knuffel uit te delen en dan moest de familie toch echt van boord. We hebben een flink aantal stagiaires mee die vaak net 18 zijn en nu -net na hun eerste vakopleiding bij de marine- voor het eerst gaan varen. Ik heb toch aardig wat vaders en moeders gezien die dat toch behoorlijk moeilijk vonden, hun kroost zo mee te geven en ik kan me dat heel goed voorstellen. Natuurlijk worden deze jongens en meisjes goed opgevangen en ondersteund, maar het is toch een hele wereldreis die we gaan maken.

Nadat we op open zee waren hebben we eerst een oefening ‘buddycheck’ gehouden en daarna de oefening ‘verlaatrol’. Bij buddycheck is het de bedoeling dat je (na het praaien (=omroepen) van ‘buddycheck’) zo snel mogelijk je buddy (maatje) opzoekt en je samen op een verzamelplaats afmeldt. Op die manier weten we binnen een paar minuten zeker of iedereen nog aan boord is. Dit wordt bijvoorbeeld in het echt gecheckt als iemand na zonsondergang (per ongeluk) een buitendeur opent (die allemaal een sensor hebben) en zich -nadat is omgeroepen dat hij/zij zich op de brug moet melden- niet binnen zeer korte tijd meldt.

Bij ‘verlaatrol’ is het de bedoeling dat iedereen zich zo snel mogelijk naar zijn/haar vlot begeeft. We hebben 12 vlotten waar zo’n 20 man per vlot in kunnen (in mijn vlot zitten we momenteel met z’n twaalven). Naast een crashbag (noodpakket) met een handdoek en droge kleding moeten we ook een warme jas aan/meenemen en een hoofddeksel op (niet omdat dat zo leuk staat maar voor de zon). Daarnaast hebben een aantal mensen een extra taak: iemand neemt drinkwater mee, iemand neemt storno’s (soort portofoons) mee zodat we met de andere vlotten kunnen communiceren, iemand neemt noodlampen mee, iemand moet het vlot daadwerkelijk losmaken en activeren en ik (als vlotcommandant) moet in de longroom een pistool (Glock) en munitie gaan halen. We grappen zelf altijd dat dit voor de haaien is, maar dat zou natuurlijk best kunnen. Waar het verder voor zou kunnen dienen laat ik maar in het midden; ik hoop maar dat ik het wapen niet hoef te gebruiken.

Als we onze wapens uitgereikt hebben gekregen krijgen we van de navigatie-officier nog een korte briefing waar we zitten, wat de weersverwachting is, of er nog scheepvaart in de buurt zit, wanneer de zon ondergaat en weer opkomt etc. Daarna ga ik ook naar het vlot, vraag aan de opvolgend vlotcommandant of we iedereen van het vlot hebben en laat ons afmelden op de brug. Ondertussen geef ik aan de rest van de vlotbemanning een korte briefing en wordt er een instructie van de werking van het zwemvest gegeven. Natuurlijk moet ook deze oefening weer binnen een bepaalde tijd zijn afgerond.

De rest van de zondagmiddag is iedereen een beetje bezig geweest met de laatste spullen opbergen en rustig opstarten. Maar dat rustig was maar voor even, want we kregen ook nog een brandoefening. Op zee zijn we volledig self-supporting en moeten we ook in geval van brand en averij (schade waarbij we water binnen krijgen) alles zelf kunnen opknappen. In een van de volgende nieuwsbrieven zal ik hier uitgebreider op ingaan.

’s Avonds hadden we in de hangaar een briefing voor heel de bemanning over de oefening van dinsdag. In de nacht van zondag op maandag de eerste (van in totaal 6) timeshift: uurtje langer slapen!

vrijdag 6 november 2009

Maartje in Congo (7)

ET, Phone home

‘Zoals een koe naar een trein kijkt’, beschrijft mijn Franse collega Philippe accuraat de manier waarop er de afgelopen twee weken naar ons is gestaard en we zijn geobserveerd. Onze missie vond deze veertien dagen plaats in midden in de jungle in Zuid-Kivu. Het moge duidelijk zijn dat de mensen daar nog niet veel blanken voorbij hebben zien komen, laat staan een vrouw… in uniform… en officier… ET, PHONE HOME !!!











Hoewel het begin van onze missie niet veel goeds voorspelde, zijn de tellingen prima verlopen. In tegenstelling tot de voorgaande operaties, was de leiding deze keer in handen van een kolonel die heel goed wist wat het betekent om chef te zijn. De organisatie liep op rolletjes, de namenlijsten waren aanwezig en ook de militairen kwamen opdagen… op tijd. De enige problemen waar we de afgelopen weken tegenaan zijn gelopen, waren van vervoerstechnische aard en daar was mijn ongelukje de avond voor vertrek een goede voorbode van.

Het verkeer in Goma is een heksenketel en als iedereen die denkt dat het fileprobleem typisch Nederlands is, moet maar eens op een willekeurig tijdstip in Goma komen kijken. Zo stond ik de avond voor vertrek in de file om twee Nederlandse kolonels op te halen bij hun hotel even buiten de stad. Het was al donker en het miezerde een beetje. Voor mij stond een rode auto in de file, waarvan de achterkant bijna over de grond sleepte. Toen de chauffeur van deze wagen in zijn achteruitkijkspiegel keek, zag hij duidelijk een kans en op het moment dat file begon te rijden, bleef hij stilstaan. Ik was niet heel erg oplettend en gaf wel gas. Gevolg? Ik bots tegen mijn voorganger op. Gelukkig reed ik nog geen 5 kilometer per uur, waardoor ik niet erg veel schade aan kon richten. Helaas dacht mijn voorganger daar anders over en binnen no time stonden hij en de rest van de straat naast mijn auto om me te vertellen dat ik ervoor gezorgd heb dat zijn auto niet meer kon rijden. Zucht… ramen dus maar dicht, deuren op slot en de politie bellen. Om een lang verhaal kort te maken: de volgende ochtend hebben we samen met een expert bij daglicht nog eens gekeken naar de schade, naar zijn auto en naar mijn auto en hebben we gelukkig kunnen concluderen dat het ONMOGELIJK was dat ik deze auto gereed had gemaakt voor de schroothoop. De politie wist me te vertellen dat dit schijnbaar een trucje is dat vaker wordt uitgehaald wanneer blanken aanschuiven in de file.....

Aan het begin van de trip, spring ik meteen over naar het einde. Een uurtje geleden zijn we aangekomen bij ons hotel in Bukavu, waar ik uit de auto gerold ben en de grond gekust heb bij aankomst.
De laatste week hebben we doorgebracht in een klein dorpje genaamd Kanyola en een aantal dagen heb ik gevreesd dat ik gedoemd was de rest van mijn leven daar door te brengen. Omdat we deze keer niet bij de VN terecht konden voor logement, waren we aangewezen op de paters.











‘Lekker rustig’, was onze eerste reactie, geen afgehakte geitenkoppen of wilde (alcoholloze) Indiaase feesten tot midden in de nacht. Niets bleek minder waar. Bij aankomst bij de paters heb ik een aantal grove fouten gemaakt, die me de hele week zijn blijven achtervolgen. ‘Nee, ik ben niet gedoopt… nee, ik ben niet getrouwd… nee, ik heb geen kinderen en nee… ik eet geen vlees.’ Aaauuuwwww… Als volleerde jagers zagen de zagen de brave godsdienstigen hun kans schoon en er ging geen dag voorbij of er werd me vol goede bedoelingen een man aangeboden, een geit of een doopceremonie. Ik was dus ook niet blij toen het op de derde dag ging regenen want dat zorgde voor talloze overstromingen die de weg terug naar Bukavu onbegaanbaar maakte. Deze ontzettende regenstormen zorgden er ook voor dat de generator niet gestart kon worden en ik dus maar liefst drie avonden in mijn slaapzak op mijn bed met een hoofdlampje een boek heb liggen lezen en bij kaarslicht emmers met ijskoud water over mijn hoofd heb gegooid om de modder uit mijn haar te wassen. Jullie kunnen je waarschijnlijk dus wel voorstellen dat ik heel erg blij was toen ik vanochtend een klein straaltje zonlicht tussen de gordijnen door zag piepen. Joepie!!! We kunnen naar ‘huis’!!! Hierbij had ik echter geen rekening gehouden met de enorme modderglijbaan die de weg naar ´huis´ representeerde. De eindscore? Drie keer van de weg gegleden, tien emmers modder weggekopt tijdens het duwen van de auto, vijf pakketten water weggegeven aan dorpelingen die ons weer op weg geholpen hebben en 180 angstige minuten maar… Ik heb net een 'warme'douche genomen en een heerlijke salade (met tonijn) gegeten.



Omdat het Congolese team dat we deze keer bij ons hadden erg competent bleek, hadden Philippe en ik de afgelopen periode ruim de kans om echt van Congo te genieten. De landschappen die we tegen zijn gekomen, waren echt adembenemend. Overal lopen kleurrijke en vrolijke mensen, die ons weliswaar aankijken alsof we van Mars komen, maar die ons steeds met een vriendelijk ‘djambo’ groeten. Omdat we na een tijdje toch wel nieuwsgierig werden naar het kerkgezang dat ons elke morgen wekte, zijn we naar de mis geweest waar we met open armen werden ontvangen en gezellig mee hebben gezongen en gedanst.














We zijn er deze weken helaas ook achter gekomen dat een mensenleven in Congo toch heel anders telt dan bij ons. Wel begrijpelijk voor een land waar de levensverwachting slecht 47 jaar is, maar voor ons Westerlingen toch wel choquerend. Toen we op een dag vanaf het telcentrum terug reden naar ons onderkomen bij de paters, kwamen we onderweg een hele stoet militairen tegen die een brancard droegen. Het slachtoffer betrof een oudere sergeant-majoor die door zijn maatje in zijn been was geschoten terwijl die zijn geweer aan het schoonmaken was. Zeven kogels in het been, niet meer te redden, dus afzetten die handel. De reactie van de beste man: tsja… c’est comme ça… (het is zo…).
Nog geen drie minuten nadat we afscheid hadden genomen van deze ongelukkige, werden we aangehouden door een andere verhitte militair. ‘Muzungu’s (blanken), jullie moeten komen helpen. Er is een ongeluk gebeurt, een vrachtwagen ligt op zijn kant en de gewonden moeten vervoerd worden.’ Aangezien wij een pick-up hebben, konden we prima dienst doen als ambulance en dus op naar het ongeluk. Ik had me al voorbereid op een aardige slagveld en helaas bleek dit het geval. Een vrachtwagen was overbeladen met daar bovenop ook nog eens mensen die meereizen. Daarnaast wordt er hier veel te hard gereden en zijn de wegen alles behalve ZOAB-geasfalteerd. Je kan dus op je vingers natellen dat er ongelukken gebeuren. Voordat de VN aankwam om de vrachtwagen weer op zijn wielen te zetten, hebben we meer dan dertig gewonden vervoerd. Na de hulpactie van de VN, hebben we nog twee slachtoffers vervoerd… Helaas niet meer in leven. De reactie van de toegestroomde ramptoeristen? Tsja, c’est comme ça…













Morgenochtend pak ik vanuit Bukavu de boot terug naar Goma. Voorlopig staan er geen tellingen meer op het programma, dus ik ga eens kijken of ik de weg kan vinden in Goma. Ben benieuwd wat ons daar weer allemaal te wachten staat. Tot de volgende keer en hartelijke groeten uit Congo!