vrijdag 6 november 2009

Maartje in Congo (3)

Geschiedenis en doel van deze missie

De afgelopen week is een grote rollercoaster geweest met briefings, werkoverleg, indrukken en handje schudden. Ik heb in Kinshasa een spoedcursus ‘moderne geschiedenis van Congo’ gekregen en ben overspoeld met Powerpoint-presentaties over het doel van onze missie EUSEC. Erg interessant en voor de liefhebbers zal ik in de volgende alineas beschrijven wat precies het idee is achter onze aanwezigheid hier.


Na een gruwelijke burgeroorlog van vijf jaar, is er sinds 2004 een relatieve vrede in Congo. Met het tekenen van het vredesakkoord tussen de verschillende troepen, werd ook besloten de internationale gemeenschap te vragen een grote rol te spelen in de wederopbouw van het land. Hierop reageerden de Verenigde Naties door het sturen van een grote stabilisatiemacht: MONUC (Mission de l’Organisation des Nations Unies au Congo). Op dit moment nog steeds de grootste VN-operatie ter wereld. In de Congolese regering rees ook de vraag aan de internationale gemeenschap om te helpen met de opbouw van een eigen veiligheidsorganisatie (het leger, politie en justitie) om het land te kunnen verdedigen tijdens haar herrijzenis uit de ellende na de oorlog. De Europese Unie is op deze vraag ingegaan en op 2 mei 2005 kwam de missie EUSEC (European Security) aan in Congo.

Deze missie moest de totstandkoming van het nieuwe, geïntegreerde Congolese leger (FARDC) ondersteunen. De FARDC, het gouvernementsleger van Congo, is een geïntegreerd leger. Alle rebellenbewegingen die tijdens de burgeroorlog actief waren en door het vredesakkoord met de witte vlag zijn gaan zwaaien, zijn vermengd met het oorspronkelijke gouvernementsleger. Zo kreeg elke brigade een groep mensen van diverse bewegingen ( Mai Mai- beweging, soldaten van de ex-CNDP en vele anderen). Wat er uiteindelijk ontstond, was een grote mierenhoop in groene uniformen met geweren om hun nek waar niemand meer van wist waar ze vandaan kwamen, hoe ze heetten, wat voor rang ze hadden enzovoort.

Hier is EUSEC op ingesprongen door een grote operatie op poten te zetten om die soldaten te gaan tellen en op te slaan in een grote database in Kinshasa. Hieruit is een club van 120.000 militairen gekomen. Nu eindelijk het exacte aantal militairen bekend was, kon de regering ook de juiste hoeveelheid geld vrijmaken om die mensen te betalen. Efficiënt, zou je denken! Echter, de rebellengroepering CNDP van de beruchte generaal Laurent Nkunda heeft zich pas op 22 januari 2009 overgegeven. Na deze overgave zijn zijn soldaten allemaal in het Congolese leger gemixt en gestationeerd over het hele land, maar voornamelijk in het Oosten tegen de grens met Rwanda. Deze militairen zijn nog niet geteld, staan niet in de database en krijgen dus ook geen centjes.

Daar die mensen toch ook moeten eten, gaan zij al plunderend door het land om aan voedsel te komen. Dat is de reden waarom ik eerder sprak over een relatieve vrede: de FARDC, het gouvernementsleger, krijgt slecht betaald en grijpt terug op primaire manieren om toch aan eten te komen. Het gedeelte van de missie EUSEC waar ik nu deel vanuit maak, houdt zich bezig met deze betalingen. Wij betalen niet, maar we zijn wel aanwezig bij de betalingen om te kijken of alles goed gaat en er links en rechts niet teveel verdwijnt naar plekken waarvoor het niet bestemd is. Wij trekken dus het land in met onze jeeps of onze helikopter om de betalingen te controleren of om een praatje te gaan maken met de brigadeleiding om te vragen of er goed betaald is en alles naar wens verloopt. Waar ik me echter vanaf morgen intensief mee ga bezig houden, is de telling van de nieuwe geïntegreerde soldaten. Ik ga volgende week samen met mijn chef naar het Noordoosten van het land, waar we helpen met het tellen en registeren van zo ongeveer 7500 militairen, zodat zij ook in de database terecht komen en de regering geld voor hun vrijmaakt en hun kan uitbetalen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten