dinsdag 20 oktober 2009

Back to school (3)

Back to school....EVO MARNS

Met een zak chips voor de tv? No way!

Kijken waar je grenzen liggen, en dan nog net iets méér doen. Altijd op tijd komen, met twee woorden spreken tegen mensen met een hogere rang, overleven op een noodrantsoen, hard werken en weinig slapen... “Als je dat allemaal niet trekt, kun je maar beter niet beginnen aan deze opleiding”, zegt Jorna Hoogendoorn (23) uit Houten. Zelf is hij bijna klaar met de EVO MARNS, de Elementaire Vakopleiding Mariniers. Tot nu toe heeft hij nooit spijt gehad van zijn keuze: “Je leert jezelf goed kennen!

”Als marinier moet je in alle opzichten stevig in je schoenen staan. Je kunt per slot van rekening worden uitgezonden naar een risicogebied, waar je onder zware omstandigheden toch optimaal moet kunnen functioneren. Vaak staat er veel op het spel, ook je eigen veiligheid en die van anderen. Vandaar ook dat je niet zomaar wordt toegelaten tot de mariniersopleiding: de selectie voor het Korps Mariniers, de elitetroepen, is veel strenger dan die voor de ‘vloot’. Zowel geestelijk als lichamelijk moet je best een bikkel zijn – of het in elk geval in je hebben om er één te worden! En als je dan eenmaal bent toegelaten tot de opleiding, dan begint het pas echt!

Gewenningsfase

“Tijdens de eerste drie weken, de gewenningsfase, mochten we tussendoor niet naar huis”, vertelt Jorna. “Daardoor konden we elkaar meteen goed leren kennen. We hebben die drie weken een aantal basisvaardigheden geleerd die er tijdens de rest van de opleiding en later in de praktijk heel goed in moeten zitten. De rangen en standen, bijvoorbeeld, dus hoe je een korporaal of een eerste luitenant herkent en aanspreekt. Maar ook hoe je moet marcheren en hoe je je wapen draagt, hoe een mitrailleur werkt en hoe je je geweer uit elkaar haalt voor onderhoud. En heel veel sport natuurlijk. Hardlopen, zelfverdediging, zwemmen, en trainen op de hindernisbaan, de touwbaan en de klimtoren. In het begin wordt alles rustig opgebouwd, maar je moet wel elke dag meer kunnen.”

Kistjes inlopen

In de gewenningsfase leer je ook hoe je je uitrusting het beste kunt onderhouden en inpakken. Je hebt maar weinig ruimte in je kastje op de kazerne en in je ‘crusader’ (rugzak), dus daar moet je slim mee omgaan! Het inlopen van de gevechtslaarzen, de kistjes, is nog een sport op zich, want als je dat niet handig aanpakt, kun je behoorlijk last krijgen van blaren. Als je daardoor – of vanwege een andere blessure – tijdelijk uitvalt, kan het zijn dat je na je herstel moet instromen in een blok dat na jou is begonnen, want je mag niet te veel missen van de opleiding. Het eerste weekend van de gewenningsfase speelt zich af ‘in het veld’, oftewel ergens in een bos in Nederland: van vrijdag tot en met maandag gaan de nieuwe klassen meteen al op bivak. “Je krijgt dan een aardig idee van wat je verder nog te wachten staat”, zegt Jorna. “Met een zak chips voor de tv hangen is er niet meer bij, je krijgt een noodrantsoen en een aantal opdrachten en voor de rest ben je op elkaar aangewezen. Zo’n weekend is niet alleen heel goed voor de praktijkervaring, maar zeker ook voor de groepsbinding. Daar wordt sowieso veel nadruk op gelegd in de opleiding, want je moet als marinier goed in een team kunnen werken.”

5 minuten te laat? 50x opdrukken!

Te laat komen word je ook al tijdens dat eerste bivak afgeleerd. “Als je vijf minuten te laat bent, moeten jij en de andere mensen van jouw groep bijvoorbeeld vijftig keer opdrukken, of een stukje tijgeren. Niet leuk voor jezelf, maar zeker ook niet voor de anderen, dus daar kijk je op een gegeven moment vanzelf wel voor uit.” Jorna begrijpt wel dat de regels zo streng zijn. “Als je in een crisissituatie door een heli moet worden opgepikt, kun je ook niet te laat komen, want dan is dat ding al weg.” Dat de mariniers niet altijd hun mobieltje bij zich mogen hebben en dat ze niet zomaar een sigaret kunnen opsteken wanneer ze daar zin in hebben, vindt hij ook logisch. “Als je in Irak of in Afghanistan zit, heb je ook met dat soort beperkingen te maken. Daar wennen we tijdens de opleiding vast aan.” Na de gewenningsfase worden de kennis en vaardigheden van de jongens uitgediept en geoefend totdat ze alles kunnen drómen. Handelingen die ze blindelings moeten kunnen uitvoeren, zoals het laden van een wapen of het inpakken van de rugzak, worden telkens weer herhaald: de zogenaamde ‘drills’.

Binnenweken: helft theorie, helft sport

Tijdens de ‘binnenweken’ op de kazerne, dus als ze niet op bivak zijn, zitten de mariniers ongeveer de helft van de tijd in de klas. Daar krijgen ze theorie: kaart & kompas lezen, EHBO, ZHKH (zelfhulp/kameradenhulp) en lessen over de verschillende wapens waar ze mee te maken hebben. Elk theorieonderdeel wordt afgesloten met een toets. “Die moet je halen”, zegt Jorna, “anders mag je aan het eind van de opleiding niet meedoen aan de Finex, de eindoefening.” De andere helft van de tijd krijgen ze sport, meestal zo verdeeld over de dag dat er tussen twee sportlessen een pauze of een theorieles zit.

Bivakken

Minstens zo belangrijk als de binnenweken – en volgens Jorna ook minstens zo leuk – zijn de bivakken, die allemaal een eigen thema hebben. “Na het algemene introbivak in de gewenningsfase hebben we eerst de Enkele Man 1 en de Enkele Man 2 gehad”, vertelt Jorna. “Daarin hebben we dingen geoefend die we als persoon zelfstandig moeten kunnen. Kaartlezen en kompaskoersen, bijvoorbeeld, camoufleren, onder tijdsdruk werken, schieten, laden en ontladen... Later hebben we verschillende schietbivakken, een bivak aanval en een bivak verdediging gehad. Je gaat elke keer in op het thema, maar daarnaast oefen je ook altijd in patrouillelopen, marslopen, wachtlopen, het inrichten van een kamp, en meer van dat soort praktijkdingen. We zijn er natuurlijk steeds handiger in geworden om ons te redden zonder enige luxe – ook niet onbelangrijk!” De laatste grote oefening voor de Finex is de amfibische training op Texel. “Je leert dan bijvoorbeeld hoe je aan boord van een schip moet klimmen en hoe je na een landing een aanval op het land moet uitvoeren, en er wordt geoefend met een helikopter.”

Luid gejuich van de menigte

Alles wat de mariniers hebben geleerd, komt op het laatst terug in de Finex, de fysieke eindtoets. Een zware week met veel lichamelijke inspanning. Jorna is bijna zover en heeft er zin in. “We vertrekken zondagavond en komen vrijdagochtend weer terug. Tegen die tijd hebben we zo’n honderd kilometer gelopen. Het lijkt me prachtig om hier de poort binnen te komen lopen, onder luid gejuich van de menigte, van ouders, vrienden en bekenden. Je hebt er dan een zware week op zitten, maar als je het hebt gered, weet je dat je de baret krijgt. Vanaf dat moment ben je echt inzetbaar als marinier. En dat is waar je het allemaal voor doet!”

FACTS & FIGURES

Opleiding: EVO MARNS (Elementaire Vakopleiding Mariniers)
Locatie: Van Ghentkazerne, Rotterdam
Duur opleiding: 28 weken
Fasen: Gewenningsfase (introbivak, algemene theorie en sport); gevechtsopleiding (schietbivakken, bivak aanval, bivak verdediging, theorie over wapens, sport); amfibische training (tweeweekse oefening op Texel, land en zee); afsluitende oefening (Finex, final exercise, combinatie van alle geleerde vaardigheden); overgangsfase (laatste theorielessen en beëdiging)
Aantal leerlingen per klas: 20-30
Aantal klassen per opkomst: 2-3
Vereiste vooropleiding: VMBO (alle leerwegen)
Vervolgopleidingen: Na de EVO kunnen de mariniers zich eventueel specialiseren als bijvoorbeeld parachutist, kikvorsman, sniper, verbindelaar, verpleger of automonteur binnen het Korps Mariniers, afhankelijk van de behoefte die er is aan mensen met zo’n specialisatie.

Juli 2005

Geen opmerkingen:

Een reactie posten