Back to school (14)
Back to school...studeren aan het KIM (deel 4)Het zit erop, het eerste jaar van Canan Babayigit en Maurits Holle, de twee – aanvankelijk nog – kersverse adelborsten die we hiervóór drie keer interviewden over hun ervaringen op het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM). Allebei begonnen ze daar in augustus 2007 aan hun vijfjarige opleiding tot officier. Canan ging voor de richting Administratie, Maurits voor het Korps Mariniers. Maar omdat elke officier bij de marine bepaalde basisvakken moet hebben gevolgd, liepen hun studies in het begin nog aardig gelijk op. Alleen dit laatste kwartaal lukte het voor het eerst niet meer om Canan en Maurits tegelijk te spreken te krijgen, en zelfs niet allebei afzonderlijk in het inmiddels oude vertrouwde KIM-gebouw in Den Helder. Terwijl Canan daar nog druk aan het blokken was op de laatste tentamens van haar eerste jaar, was Maurits namelijk al tijdelijk ‘verhuisd’ naar de kazerne in Rotterdam voor de Praktische Opleiding Tot Officier der Mariniers (POTOM). In deze – voorlopig – laatste aflevering over het KIM laten we beide hoofdpersonen nog één keer aan het woord.
Meteen vanaf het begin leerden we Canan al kennen als een serieuze, hardwerkende militaire studente, die daarnaast ook altijd wel te porren was voor een gezellige feestje of een leuk sportevenement. “Alles eruit halen wat erin zit”, leek haar motto, want behalve dat ze bijna altijd goede cijfers haalde, schreef ze zich ook nog regelmatig in voor allerlei neventaken. Zo werd ze aan het eind van haar eerste jaar bijvoorbeeld verkozen tot één van de twee vertrouwenspersonen voor het korps adelborsten. Dat betekent vooral voor de nieuwe lichting jongstejaars dat die met twijfels of problemen bij haar terecht zouden kunnen voor advies, een luisterend oor of een steuntje in de rug. Ook heeft ze altijd tijd vrijgemaakt voor haar favoriete sport, boksen. “Als je er zelf maar genoeg achteraan zit, kun je hier op het KIM volop in de breedte bezig zijn. Ik zit echt niet alleen maar met mijn neus in de studieboeken!”
Van kruisreis naar KMA
In haar tweede jaar blijft Canan nog tot januari 2009 in Den Helder, hoewel ze er wel een paar weken tussenuit zal zijn voor de befaamde ‘kruisreis’, om weer te ervaren hoe het is om aan boord van een varend marineschip te werken. “Ik hoop natuurlijk dat het meteen een spannende verre reis zal zijn”, zegt ze. “Maar dat hoor je pas kort van te voren.” Daarna gaat Canan haar studie vervolgen in Breda, waar ze haar studierichting militaire bedrijfswetenschappen zal vervolgen. “Dat zal wel even wennen zijn, want hier op het KIM heb ik het ontzettend naar m’n zin. De sfeer hier is veel intiemer dan daar, je kent eigenlijk iedereen... In Breda wonen we op de kazerne van de KMA en daar is alles veel grootschaliger. Maar ook daar zal ik mijn weg wel vinden, hoor. En Breda lijkt me wel een hartstikke leuke stad.
Het werd al snel menens
In de tussentijd heeft Maurits een behoorlijk heftige periode gehad. En dan is ‘ie nog niet eens op de helft. “Onze POTOM begon op 1 april – no kidding’ – en duurt tot eind maart. We wisten dat we het zwaar zouden krijgen en dat er tijdens die twaalf maanden altijd veel mensen uitvallen, maar de introductiefase viel mij eigenlijk nog wel mee. Wel heel veel sporten, blijkbaar om een beetje ‘in shape’ te komen voor de mariniersfase daarna.” Want inderdaad, toen werd het menens. “Dan werd je bijvoorbeeld om kwart over vijf ’s ochtends wakker gemaakt met een bel, en dan moest je binnen drie minuten buiten staan in je correcte tenue. Wie te laat was, moest als straf een oefening doen. Wélke oefening, dat werd bepaald door de dobbelsteen, maar geloof me, geen van de zes opties was leuk. Maar ja, dat was natuurlijk ook het hele idee…”
In de mariniersfase gingen Maurits en zijn mede-POTOM’ers twee keer op bivak, om te leren wat je allemaal moet kunnen om marinier te zijn, vooral in het veld dus. “Dat was behoorlijk pittig”, geeft hij eerlijk toe. Na de mariniersfase volgde de korporaalsfase, ook weer met heel veel bivakken en heel veel praktijk. “Speedmarsen, bijvoorbeeld: dan moet je met elf kilo aan bepakking twee minuten rennen, één minuut lopen, acht kilometer lang, en dat alles in 48 minuten tijd. Dat is dus enorm aanpoten. Ook moesten we als korporaal een geweergroep van acht man aansturen, orders geven, het hele plan voor de aanval of de verkenning bedenken en uitleggen. Je moet laten zien dat je zo’n groep goed kunt leiden. Maar gelukkig heb ik m’n korporaalsexamen gehaald! Net een week geleden ben ik doorgestroomd naar de luitenantsfase. Dat betekent dat ik straks een heel peloton van dertig man onder me krijg…”
Voorbereiding op de POTOM: ongelofelijk nuttig
Voor een groot deel is de POTOM steeds afwisselend één week bivak, één week kazerne. Hoe is dat voor Maurits, om nu in Rotterdam te zitten en niet meer in het prachtige KIM-gebouw vlak bij de marinehaven? Hij lacht. “Eerlijk? Héél gaaf!!! Je bent hier echt bezig met wat je uiteindelijk wilt. De hele sfeer is ook anders, ik voel me hier ontzettend thuis.” Over de voorbereiding op de POTOM in Den Helder wil Maurits ook nog even iets kwijt: “Die is ongelofelijk nuttig geweest. We hebben toen zó veel geleerd waar we nu profijt van hebben, dat kan ik niet genoeg benadrukken. Anders was de echte POTOM volgens mij een enorme cultuurschok geweest!”
Makkelijker wordt het er sowieso niet op, in de loop van die twaalf maanden. “Het ene moment zit je in een roes, het andere moment in een dip. De sfeer in de groep maakt een groot verschil. Als de stemming goed is, heb je het eerder naar je zin. Er komt constant van alles op je af, en de kunst is dan om je niet gek te laten maken, om je doel voor ogen te houden en door te gaan. En elkaar er doorheen te slepen. Want tijdens zo’n heftig jaar als dit heb je elkaar heel hard nodig. Nee, geen enkele POTOM’er zal deze tijd ooit vergeten!”
Oktober 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten