Ik zie niet....
ik zie niet, wat jij ook niet ziet…
…En het is een onderzeeboot!
Hoeveel onderzeeboten er door de wereldzeeën varen of ergens langs de een of andere kust liggen te spioneren, daar kan niemand harde uitspraken over doen. Van onze bondgenoten weten we natuurlijk wel dat Amerika er meer dan tachtig heeft, bijvoorbeeld, Groot-Brittannië een stuk of vijftien, Duitsland ook aardig wat, Frankrijk een flinke handvol, en ons kleine Nederlandje toch altijd nog vier. Maar wat er verder allemaal onder water vaart, is niet bedoeld om ontdekt te worden… Zelfs onze eigen onderzeedienst tast vaak in het duister. We spraken met luitenant ter zee Willem Jan Rouwhorst, een onderzeebootcommandant, die speciaal voor SUBS bereid was een tipje van de sluier op te lichten...
Wat we in ieder geval weten – en waar we best trots op zijn – is dat wij de op één na oudste onderzeedienst ter wereld hebben. Alleen die van Engeland is ouder. Het zal weinig ‘fans’ ontgaan zijn dat we in 2006 het honderdjarig bestaan van onze onderzeedienst vierden: sinds 1906 duiken wij al onder het wateroppervlak!
Opleiding voor buitenlandse commandanten
Tot aan de Tweede Wereldoorlog had Nederland een hele reeks onderzeeboten, onder andere met het snuiver-systeem, dat werd ontworpen door een Nederlander en dat nog steeds in gebruik is. Ook andere Nederlandse ontwerpen – dat van Cornelis Drebbel bijvoorbeeld – zijn wereldwijd bekend. Wat dat betreft kan men niet om ons heen waar het onderzeeboten betreft. Commandanten van buitenlandse onderzeediensten komen zelfs speciaal naar ons land om hier opgeleid te worden!
Tot aan WO2 voeren we met onze onderzeeboten vanuit Rotterdam en in Nederlands Indië. In onze ‘toptijd’ werkten we met zo’n twintig onderzeeboten. Uiteindelijk zijn we teruggegaan naar de situatie van nu, met vier boten van de Walrusklasse: de Dolfijn, de Zeeleeuw, de Bruinvis en de Walrus, alle vier sinds de jaren negentig in gebruik. De thuishaven is tegenwoordig Den Helder.
Wereldwijd opereren, dicht bij huis oefenen…
Onze onderzeeboten opereren wereldwijd: van het Caribische gebied tot aan de Adriatische Zee, in de Perzische Golf, de Middellandse Zee… Om te oefenen zijn Engeland en Noorwegen favoriet. Niet te ver weg, da’s wel zo handig, want echt snelle jongens zijn het niet, die onderzeeboten: meer dan een kleine 500 km per dag komen ze niet vooruit.
In de Koude Oorlog waren onze onderzeeboten heel specifiek gemaakt om achter Russische onderzeeboten aan te gaan. Die hielden de noordelijke zeeën nauwlettend in de gaten, waar de NATO een stokje voor wilde steken. Na het vallen van de muur ging men zich afvragen welke rol de onderzeeboten nou nog hadden in de veranderde wereldpolitiek. Heel wat mensen waren ervan overtuigd dat er geen onderzeediensten meer nodig waren. Niets is minder waar gebleken. Op geen enkele andere manier kun je namelijk zo goed en van zo dichtbij ‘intelligence’ verzamelen: een betrouwbaar beeld opbouwen om in te schatten wat de situatie ter plekke is. En dat kunnen we steeds preciezer.
Schat aan informatie
Een concreet voorbeeld? Stel, we willen ergens ter wereld een landing doen. Maar voordat we onze mariniers kunnen droppen, moeten we wel eerst in kaart brengen of zich daar mijnen bevinden. En wat de watertemperatuur is, want de kikvorsmannen moeten daar wel twee uur lang in kunnen overleven. En of er radarposten zijn. Of er mensen op het strand lopen. De kleinste details moeten onopgemerkt verzameld worden. En omdat we dat zelf doen, hoeven we ons niet af te vragen of de bron wel betrouwbaar is. Met een vliegtuig dat ergens overheen vliegt om foto’s te maken, speel je jezelf natuurlijk enorm in de kijker. Met een onderzeeboot val je niet op, en kun je bovendien langere tijd ergens blijven, om meer en meer waarnemingen te doen. Die strekken heel wat verder dan alleen de kustomgeving: we maken gebruik van elektromagnetische stralen en akoestische informatie. Met taal- en sonarspecialisten erbij levert dat vaak een schat aan informatie op. Zo kunnen we een aanval of een landing tot in de puntjes voorbereiden. Maar een onderzeeboot is niet alléén maar een geheime uitkijkpost: in geval van nood kan hij ook nog torpedo’s afvuren…
Geweldige sfeer
De Nederlandse onderzeedienst wordt regelmatig door internationale partners gevraagd om mee te doen aan bepaalde oefeningen. Helaas hebben we dan niet altijd voldoende bemanning paraat. Onbekend maakt onbemind, denken wij, want scholieren kiezen steeds vaker voor andere onderdelen van de marine. Jammer voor ons, maar ook jammer voor hen, zo blijkt, want vrijwel iedere stagiair die hier toevallig geplaatst wordt, wil blijven! Juist omdat een onderzeeboot zo klein en compact is en je met relatief weinig mensen werkt, word je al snel multi-inzetbaar, mag je van alles doen, leer je ontzettend veel. Dat sowieso. Maar waar de meeste jongens voorál voor vallen, is de hechte sfeer. Samen onder water leven en werken schept zó’n band, daar kan geen ‘bovenwaterschip’ tegenop!
Januari 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten