woensdag 21 oktober 2009

SUBS duiken dieper 6

Mijnenjagen en techniek (deel 2)

Speciaal voor SUBS-magazine gaat Jaime Karremann (29) op onderzoek uit bij de Koninklijke Marine. Elk kwartaal duikt hij in een ander onderwerp.

Dat de Wapentechnische Dienst (WD) van de marine het aan boord van een fregat behoorlijk druk heeft met de wapensystemen, de radars, de sonars en de computerapparatuur in de commandocentrale, kun je je waarschijnlijk wel voorstellen. Aan boord van een mijnenjager ziet het werk van een WD’er er heel anders uit, maar het is er zeker niet minder belangrijk om!

Om daar meer over te weten te komen, spreek ik met Wesley van Driesen (20), matroos der tweede klasse bij de Wapentechnische Dienst Scheepssystemen (WDS) aan boord van Hr.Ms. Makkum. Wesley is net klaar met zijn Praktische Bedrijfsintroductie, de stage die iedere matroos een aantal maanden moet lopen, en wordt binnenkort matroos der eerste klasse. “Bij de mijnendienst doe je als WD’er echt totaal andere dingen dan aan boord van een fregat. Natuurlijk omdat je met heel andere apparatuur te maken hebt. Maar de WD is hier ook een veel kleinere club.”

Internet voor het personeel


Dat laatste wordt wel duidelijk als Wesley vertelt dat hij aan boord de enige matroos WDS is. Net als op een fregat houdt hij zich samen met zijn collega’s van de WD bezig met de radar, de sonar, de laptops en de beeldschermen aan boord. Alle fijne elektronica valt onder de WD, zelfs het aanleggen van de nieuwe internetruimte aan boord. Elk schip moet er daar een van hebben, zodat het personeel het web op kan.

Als de radar ineens niet meer goed werkt of de sonar het begeeft, moet de WD er zo snel mogelijk achter zien te komen wat de oorzaak van de storing is – en ‘m dan meteen verhelpen, natuurlijk. Maar gelukkig zijn er niet elke dag storingen. Tussen de reparaties door houdt de WD zich daarom ook bezig met het onderhoud van al dit soort technische apparatuur.

Vuurwapendeskundige

Behalve met fijne techniek werkt Wesley ook met vuurwapens. Binnen de vloot zijn de WD’ers namelijk dé deskundigen op dat gebied. Zij beheren de vuurwapens die aan boord in de wapenkamer staan. Anders dan bij het Korps Mariniers heeft niemand bij de vloot een persoonlijk wapen, maar elk schip heeft wél de beschikking over vuurwapens: FAL- of Diemaco C7-geweren, Uzi-pistoolmitrailleurs en Glock-pistolen. Om te zorgen dat het personeel goed getraind blijft, worden er op het halfdek regelmatig schietoefeningen gehouden. Er wordt dan een schijf in het water achter het schip gesleept en daar kan dan met verschillende wapens op worden geschoten. “Natuurlijk schiet ik dan zelf ook!” zegt Wesley. “En daarna haal ik de wapens uit elkaar, maak ik ze schoon en zet ik ze terug op hun plek.” Omdat Wesley als WD’er zo bekend is met de wapens, heeft hij ook een belangrijke taak bij zo’n sleepoefening: met een geweer schiet hij aan het begin van de oefening een dunne lijn over naar een ander schip, voordat de dikke sleeptros over gaat.

Gele mini-onderzeeboot

Voor zover het om dit soort taken gaat, wijkt Wesley’s werk niet af van dat van een matroos WDS aan boord van een fregat. Wat wél heel anders is, is het werken met de PAP, de gele mini-onderzeeboot waarmee bommen en mijnen worden opgespoord. Als de PAP wordt ingezet, maakt Wesley namelijk deel uit van de zogeheten ‘dekploeg’. Hij assisteert dan bij het klaarmaken van de onderzeeboot voordat die in het water wordt getakeld. “En daarna mag ik de PAP besturen totdat de mijnenjachtcentrale hem overneemt”, vertelt hij enthousiast.

Dat enthousiasme over het werken aan boord van een mijnenjager is er overigens niet altijd geweest. “Toen ik in de opleiding zat, wilde ik helemaal niet naar de mijnendienst! Maar van onze klas moesten er drie naar een mijnenjager en daar was ik er één van.” Inmiddels is Wesley hartstikke blij met zijn plaatsing. “Ik heb nooit op een fregat gevaren, maar ik voel me hier echt prima. Ik heb totaal geen behoefte aan iets anders! De sfeer is super en het werk ook.”

Dagindeling???

Ik vraag Wesley wat zijn dagindeling is. “Dagindeling?” Hij kijkt me verbaasd aan. “Daar kan ik geen zinnig antwoord op geven, want elke dag hier is anders. De ene keer ben je een hele dag bezig met de PAP, de andere keer met een storing van een beeldscherm, of met onderhoud en controles, en weer een andere dag word je ’s nachts uit je bed gehaald voor een probleem met de sonar. En intussen vaar je met je schip lekker van de ene naar de andere haven!”

April 2008

Geen opmerkingen:

Een reactie posten