Bakkie doen bij (5)
Een bakkie doen bij.. .Sven van Urk
Korporaal Wapentechnische Dienst
Sven van Urk (22) uit IJmuiden wist al heel vroeg dat hij ‘later’ bij de marine wilde. En ja hoor, op z’n zeventiende veroverde hij er inderdaad een plekje, toen nog als matroos der derde klasse. “Het varen trok me, de andere manier van leven, de afwisseling, en… de wereld! Niet alleen het wereldje van de marine zelf, maar ook de échte wereld: de havens die je aandoet, de zeeën, kanalen en fjorden die je in de loop van de tijd te zien krijgt… En dat allemaal terwijl je aan het werk bent!”
Tijdens zijn PBI (Praktische Bedrijfs Introductie, zoals de stage op een marineschip wordt genoemd) wist Sven al gauw welk subdienstvak van de Wapentechnische Dienst (WD) hem het meeste trok: Wapens 2. Maar dan moet er natuurlijk wel plek zijn… “Gelukkig had ik die mazzel – helemaal top!” Hoewel het enthousiasme er van af spat, rijst toch wel even de vraag of zo’n baan na vijf jaar nog stééds ‘helemaal top’ is. Maar daarin kan Sven ons geruststellen: “Ik ben niet al die tijd met hetzelfde bezig geweest hoor! Inmiddels ben ik matroos-af en werk ik als korporaal. Laag begonnen, een stuk hoger geëindigd – hoewel… geëindigd is niet het goede woord, want ik denk nog lang niet aan stoppen!”
Niet even een rolletje plakband!
Als matroos deed Sven zijn PBI bij het onderdeel Wapens 2 – je hebt bij de marine met zoveel verschillende wapenssystemen te maken dat daar een aantal onderverdelingen in gemaakt moet worden. Wapens 1, Sensoren, Communicatie en CMS vallen dan ook onder andere teams. Sven bleef bij Wapens 2, dat zelf ook weer is opgesplitst in verschillende secties. Hijzelf is verantwoordelijk is voor de klein-kaliber wapens: de pistolen (Glock), de geweren (Diemaco), de MAG, de UZI, de FALL, de mitrailleurs… Daar moet hij een perfecte administratie van bijhouden, want als er in het magazijn ook maar één wapen of één stukje munitie ontbreekt, dan moet de marechaussee er al bij komen. We hebben het hier per slot van rekening niet over een rolletje plakband dat per ongeluk op een verkeerd bureau is beland. Samen met zijn Hoofd Wapentechnische Dienst en zijn sergeant is Sven dan ook de enige die toegang heeft tot de wapenkast– een hele verantwoordelijkheid!
“Kleine reparaties doe ik zelf”
Wapens 2 gaat alleen over klein kaliber, hoewel dat wel Sven z’n specialiteit is. “Mijn collega Daniëlle Polack is verantwoordelijk voor de goalkeeper, Marijke van Beek is de vrouw van de torpedo’s. Die horen dus ook bij Wapens 2. Da’s wel even andere koek dan de klein kaliber wapens van mij. ik zelf ben ook regelmatig te vinden bij de goalkeeper en de torpedo’s: kijken of ik misschien kan helpen. Andersom komen Daniëlle en Marijke mij ook regelmatig assisteren, en ook de sergeant werkt hard met ons mee. Als ik alle geweren moet controleren op slijtage, bijvoorbeeld, kan ik natuurlijk best wat extra handjes gebruiken... Kleine reparaties doe ik zelf, grotere reparaties worden gedaan door een werkplaats aan de wal.”
Radar-, GSM- en rookverbod
Want is dat Sven z’n werk: administratie, onderhoud en reparatie? “Ook, ja. Maar vorige week hebben we bijvoorbeeld munitie aan boord geladen. Dan worden er patronen, handgranaten en allerlei andere explosieve spullen vanuit het munitiemagazijn hier aan boord gebracht, met een grote kraan. Dat is niet even een kwestie van de boel aan boord slingeren en in de schappen zetten, nee, bij zo’n operatie gelden er ontzettend strenge regels… Er mag geen radar gebruikt worden, er mag geen auto op de kade staan, niemand mag een mobiel bij zich hebben omdat die een vonk zou kunnen veroorzaken – laat staan dat je even een sigaret opsteekt!” Is de munitie eenmaal aan boord, dan moet er zorgvuldig gecheckt worden of alles wat er volgens de papieren moet zijn, ook werkelijk aanwezig is.
Collega’s instrueren hoort er ook bij
Verder moeten de WD’ers er bij schietoefeningen voor zorgen dat ‘hun’ wapens gebruiksklaar zijn en dat alle benodigde attributen aanwezig zijn. “In mijn geval zorg ik bijvoorbeeld dat de wapens worden uitgereikt”. In principe kan iedereen bij de marine een wapen hanteren, natuurlijk zijn er collega’s die daar in de praktijk natuurlijk wat minder ervaring mee hebben. Die laat ik dan niet zomaar wat aanrommelen: ik leg ze uit hoe het werkt, laat ze zien hoe ze het wapen uit elkaar kunnen halen, schoonmaken, weer in elkaar zetten... Collega’s instrueren is een belangrijk onderdeel van mijn werk. Niet het wapen zelf is gevaarlijk, of de munitie – het risico ligt bij de mensen die ermee omgaan. Als die niet weten waar ze mee bezig zijn, kan dat levensgevaarlijk zijn...” Sven zelf kan lezen en schrijven met elk wapen dat hij onder zijn beheer heeft. “Ik vind ook wel dat ik dat van mezelf mag eisen, vanwege de veiligheid. We hebben het hier tenslotte niet over speelgoed!”
Januari 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten