woensdag 21 oktober 2009

SUBS duiken dieper 5

Subs duiken dieper....leven aan boord (1)

Hoe het écht is om aan boord van een marineschip te leven, kun je alleen weten als je het zelf ook écht hebt gedaan. Jaime Karreman kan er inmiddels uit ervaring over vertellen: hij voer vier dagen en vier nachten mee met Hr.Ms. Makkum, op jacht naar bommen en mijnen op de Noordzee. SUBS vroeg hem met ons te delen hoe het was…

Binnen de marine hoor je mensen vaak zeggen dat een marineschip eigenlijk net een dorp is. En daar zit wel wat in. Aan boord kom je mensen tegen met heel verschillende achtergronden, opleidingen en banen. VMBO’ers werken samen met universitair geschoolden, Limburgers praten met Friezen en Zeeuwen. Er is een bakker, een ‘burgemeester’, een ziekenhuis, en op sommige schepen zelfs een klein vliegveld.

Samen werken én samen leven

"Maar de belangrijkste reden waarom het marineschip net een dorp is, is dat je op zee niet alleen samen werkt, maar ook samen lééft. Van je vrije tijd genieten doe je tenslotte óók hier aan boord – en als je op zee bent kan je dat niet thuis doen! Alhoewel… in de praktijk voelt vrijwel iedereen zich aan boord net zo goed thuis. Zeker aan boord van Hr.Ms. Makkum, een mijnenjager van de Alkmaarklasse, met een bemanning van 36 personen. Met collega's bespreek je wat je meemaakt aan boord, maar ook in buitenlandse havens. Je kijkt samen films, je gaat samen sporten of je organiseert samen excursies. En voor je het weet heb je er weer een paar goeie vrienden bij!"

Attentie: taart eten!

Het is maandagochtend 10.00 uur en de Makkum vaart op de Noordzee naar een afgesproken punt voor een oefening met Hr.Ms. Urk. Op de brug wordt geconcentreerd gewerkt. De roerganger krijgt roerorders van de officier van de wacht, er wordt gecommuniceerd met de technische centrale en de uitkijk meldt een schip. De telefoon op de brug gaat. Even later legt de officier van de wacht de telefoon neer en loopt naar de scheepsomroep: “Attentie, hier de brug. Het is taart eten voor alle matrozen OD en LD in het cafetaria.” Op zee kun je natuurlijk ook jarig zijn, en ook dáár vier je dat graag met vrienden en bekenden!

Matroos Mitchel Baaij, zelf matroos OD (Operationele Dienst), is vandaag 22 jaar geworden. Van de commandant heeft hij een taart gekregen en die deelt hij nu met zijn collega’s. Het is gezellig in het cafetaria, de ‘woonkamer’ van alle matrozen. Er wordt gelachen en er gaan verhalen rond over het weekend, net als bij de meeste bedrijven op maandagochtend. Iedereen is blij dat het deze week mooi weer is, vorige week stormde het en kon je niet normaal op je stoel blijven zitten. Het was toen ook nog eens de eerste week na het zomerverlof en dan is het sowieso al wennen aan een bewegend schip.

Maandagochtend: XBOX!?

Na de pauze wordt alles opgeruimd, maar er wordt wél taart bewaard voor degenen die op post bleven: op zee zijn bepaalde plekken in het schip namelijk altijd bemand. Een deel van de matrozen gaat weer aan het werk, anderen gaan slapen, sporten of met de XBOX aan de slag. Gamen op maandagochtend? Ja, inderdaad… Dat zijn dan de mensen die bijvoorbeeld van 4.00 tot 8.00 uur hebben gewerkt, en die straks weer van 16.00 tot 20.00 uur ‘op’ moeten. “Per dag ben je als matroos OD acht uur op post”, legt Mitchel uit. “Dus dan werk je in de mijnenjachtcentrale met de sonar, of op dek bij een sleepoefening, of je bestuurt het schip op de brug. Ieder uur kan het wat anders zijn. Daarnaast besteed je nog tijd aan werkvoorbereidingen en je gaat stofzuigen en loopt een vuilronde. In de tijd die je over hebt, ga je lekker wat leuks doen of slapen.”

Iedereen praat met iedereen

De één gaat dan dus gamen, de ander gaat met z’n studie aan de slag, maar je kunt ook gaan kaarten of kletsen met collega’s, of televisiekijken in het manschappenverblijf – dankzij de satellietschotel kun je daar honderden zenders ontvangen! Aan boord kent iedereen elkaar goed en praat iedereen praat met elkaar. Terwijl ze halfdek in de zon zitten, vertelt een matroos aan een wachtsofficier dat hij dit weekend voor het eerst bij de ouders van z’n vriendin is geweest, en vraagt de bootsman aan een matroos hoe de verkoop van z’n auto is gegaan.

De sfeer onder de matrozen onderling is goed. Dat moet ook wel, want je deelt met z’n allen een kleine ruimte. Weliswaar wordt De Makkum over een paar jaar gemoderniseerd en komen er dan per slaapverblijf zes bedden, maar tot die tijd slapen de matrozen nog met z’n negenen in een ruimte. Mitchel slaapt op het bovenste van drie bedjes. “Nee, deze plek heb ik niet uitgekozen: toen ik hier twee jaar geleden aan boord kwam, was dit gewoon het enige vrije bed. Maar ik slaap er heerlijk!” Met behendigheid gaat hij op de onderste bedjes staan en trekt z’n dekbed recht.

Slapen bij storm

Mitchels hut ligt onder in het schip, volgens hem de beste plek om te slapen: “Doordat we hier zo laag liggen, hebben wij het minste last van de golven. Minder dan de officieren, die een paar dekken hoger slapen!” Volgens een van de officieren is het bij heel slecht weer inderdaad niet te doen om goed te blijven liggen: “Mijn voorganger waarschuwde me al dat ik bij storm beter in de longroom kon gaan slapen dan in m’n eigen bed, omdat ik anders te veel vlieguren zou maken!”

April 2008

Geen opmerkingen:

Een reactie posten