Drenkeling? Gewonde? Actie!!!
Wanneer je met een marineschip op zee vaart, gelden er allerlei regels om te voorkomen dat bemanningsleden in gevaarlijke situaties terecht komen. ’s Nachts en bij ruwe zee mag je bijvoorbeeld niet zomaar buiten op het dek komen. Ook binnen in het schip wordt er altijd enorm gehamerd op veiligheid. Toch kán er natuurlijk wel eens iets mis gaan: er kán iemand overboord slaan, er kán iemand gewond raken bij een calamiteit… Om ervoor te zorgen dat iedereen in zo’n geval onmiddellijk weet wat ‘ie moet doen, worden dit soort situaties zeker één keer in de week nagespeeld en geoefend. Want het zal je maar een keer écht gebeuren – dan moet de bemanning natuurlijk zonder aarzelen in actie komen!

Druk op de man-overboord-knop
“Man overboord! Man overboord! Man overboord, over stuurboord!” Als dat wordt omgepraaid – hopelijk met de geruststelling “Dit is een oefening!” er achteraan – moet er in een mum van tijd een reddingsteam klaarstaan om de drenkeling weer veilig aan boord te krijgen. Hoe gaat zoiets in z’n werk? Het begint ermee dat een bemanningslid dat de drenkeling heeft gespot alarm slaat door op een van de man-overboord-knoppen te drukken. Die zitten op meerdere plekken in het schip. Het signaal gaat naar de commandocentrale en meteen wordt op de radar een man-in-water-punt geïnitieerd, zoals dat heet. Die punt geeft zijn vermoedelijke positie aan. Het is altijd een schatting, want je hebt te maken met de zeegang, de stroming, de wind…
Aan de zijde van het schip waar de drenkeling zich bevindt, gooit de verbindelaar meteen een smogmaker overboord. Dat is een soort koker waar rook uit komt, bedoeld om de positie van de man overboord te markeren. De verbindelaar heeft ook nog een vlag waarmee hij die positie aanwijst, tot de persoon is gevonden. Het schip kan niet zomaar ineens omkeren, en voert daarom een zogeheten William’s turn uit: het vaart dan in de vorm van een acht, zodat het weer uitkomt bij het punt waar de draai werd ingezet. Bij deze manoeuvre is het heel belangrijk dat de kont van het schip van de drenkeling afgaat, anders zou die naar de schroef toe worden gezogen.
Zo klein mogelijk maken

Oefenpop
Het nautische team, dat op het schip is achtergebleven, helpt de pechvogel op een brancard, zorgt dat iedereen aan boord komt, en maakt de RHIB weer vast op z’n plek. De verpleger onderzoekt de drenkeling en meldt aan de Commandant hoe het met hem is gesteld: “Geen probleem, dat fiksen we hier aan boord: doorvaren!” of: “De drenkeling moet onmiddellijk naar een ziekenhuis!” In dat laatste geval beslist de Commandant of er een heli moet komen of dat het schip het slachtoffer zelf zo snel mogelijk aan land zal brengen. Gelukkig gaat het bijna altijd om een oefening en hoeft de oefenpop die daarvoor gebruikt wordt, alleen maar te drogen en weer opgeruimd te worden…
Medische Actie Dienst

Zie je als bemanningslid dat er ergens een gewonde ligt, dan bel je intern onmiddellijk 6 – net zoiets als 112 in de burgermaatschappij – waarmee je direct iemand van de Technische Centrale (TC) te spreken krijgt, ook als die net in een ander gesprek zat. Veiligheid voor alles, dus een gewonde heeft hoe dan ook prioriteit! Na zo’n melding roept de TC direct de MAD op, en als het goed is, staat die binnen een minuut naast de gewonde. Ook de rest van het medische team is zo snel mogelijk ter plekke.
Natuurlijk rent iedereen zich bij dit soort oefeningen – man overboord, eerste hulp bij een gewonde – de benen uit z’n lijf, en dat minimaal één keer per week. Kun je nagaan hoe snel dezelfde acties worden uitgevoerd als het ‘voor het echie’ is!
April 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten