Ontsnappen onder zee
Nederland mag dan een klein landje zijn, soms kunnen we behoorlijk ‘groot’ uit de hoek komen! Zo zijn we als eerste land ter wereld bezig met de ontwikkeling van superslimme reddingsvlotten om de bemanning van onderzeeboten veilig naar het wateroppervlak te krijgen, mocht dat een keer nodig zijn. Hoewel we als SUBS-redactie niet alle details kunnen (en mogen) onthullen, willen we je toch graag een indruk geven van dit vernuftige staaltje techniek.
De nieuwe vlotten nemen weinig ruimte in, een eerste vereiste natuurlijk op een onderzeeboot, waar elke kubieke centimeter telt. Bovendien zijn ze snel, handig en uiteraard veilig in gebruik. Verschillende andere landen blijken nu óók belangstelling te hebben voor het revolutionaire systeem waarmee we inmiddels volop aan het experimenteren zijn. Best iets om trots op te zijn!
Reddingsactie vanaf bovenwaterschip
In het artikel over de rollenkaart, ergens anders in dit SUBS-magazine, kun je lezen welke procedures er allemaal worden gevolgd als er vanaf een ‘bovenwaterschip’ iemand overboord raakt. Met een RHIB (Rigid Hull Inflatable Boat) gaan speciaal daarvoor aangewezen bemanningsleden er als de haaien op af om de drenkeling weer binnenboord te halen – waarbij we die ‘haaien’ maar niet letterlijk zullen nemen: eerst wordt het slachtoffer op de kleinere RHIB gehesen, vervolgens op het grotere marineschip.
Zolang onderzeeboten onder water varen, is de ‘man overboord’-procedure natuurlijk niet van toepassing, maar toch kennen ze deze rol wel degelijk. Tijdens het binnenlopen of verlaten van havens staat een gedeelte van de bemanning van de onderzeeboot namelijk aan dek om de trossen vast of los te maken: de ‘meerrol’. Met een beetje pech kunnen er bij deze rol natuurlijk ook mensen overboord vallen. Net als een bovenwaterschip maakt ook de onderzeeboot in dit geval een Williamson turn en wordt de drenkeling door een zwemmer weer aan boord geholpen.
Verlaatrol
Ook de zogeheten ‘verlaatrol’ staat op de rollenkaart van elk bovenwaterschip: als de bemanning om wat voor reden dan ook – bij een calamiteit of bij wijze van oefening – van boord moet, wordt die verlaatrol meteen ingezet, zodat iedereen veilig het schip kan verlaten. Maar omdat je met een onderzeeboot meestal ónder het wateroppervlak aan het varen bent, ligt die ‘verlaatrol’ hier natuurlijk wel even anders! Als de onderzeese bemanning ineens de boot uit moet om zich boven water in veiligheid te stellen, is dat in feite ook een verlaatrol, alleen ziet die er wel heel anders uit… Om met z’n allen van onder het wateroppervlak veilig naar boven te komen, heb je een heel ander systeem nodig, met nóg meer vernuft!
Krapper dan krap
Zo’n systeem is er nu, al viel het niet mee om dat te ontwerpen. Want hoe kun je ervoor zorgen dat je aan boord van een onderzeeboot, waar alles krapper dan krap is, toch de middelen hebt om in korte tijd meer dan vijftig mensen veilig boven te krijgen, mocht dat een keer nodig zijn? Een vraag die nauwelijks te beantwoorden lijkt, maar waar Nederland een succesvolle oplossing voor heeft gevonden.
Als een ton in duigen
De vier onderzeeboten van de Walrusklasse die onze Koninklijke Marine rijk is – de Hr.Ms. Dolfijn, de Walrus, de Zeeleeuw en de Bruinvis – worden namelijk allemaal voorzien van speciale reddingsvlotten. De ‘containerized life rafts’ zitten, zoals de naam al zegt, verpakt in een soort containers die dicht blijven zolang ze niet in gebruik zijn en waarvan de binnenkant dankzij geraffineerde technieken als een ton in duigen valt zodra het wateroppervlak is bereikt. Er komen airbags aan te pas om het zover te krijgen. Op het water ontplooien de strak opgevouwen life rafts, die zo zijn ingepakt dat ze snel en probleemloos naar boven zullen drijven, zich tot een soort zelf-opblaasbare vlotten met zijwanden en een dakje erop. Op elk vlot kunnen maar liefst 35 mensen een tijd lang blijven ronddobberen zonder onderkoeld te raken.
Elk vlot is aan de buitenkant verpakt in een primaire container, met daarin het reddingsvlot, een secondaire container en een ‘deployment’ systeem, dat zorgt dat alles in werking wordt gesteld zodra de primaire container boven is komen drijven.
De ‘containerized life rafts’ kunnen zowel onder water als op het wateroppervlak worden losgelaten. Behalve dat ze per vlot plaats bieden aan 35 bemanningsleden – per onderzeeboot twee vlotten dus ruimschoots aan de hele bemanning van een onderzeeboot – dienen ze ook als baken: als de nood aan de man is, moet de redder híér zijn!
Overal is aan gedacht
De reddingsvlotten kunnen vanaf de onderzeeboot op dezelfde manier worden losgelaten als de bestaande bakens zoals elke onderzeeboot die nu heeft, maar doordat de hele bemanning er een tijd op kan overleven, zijn ze functioneel natuurlijk van veel meer nut. Een praktisch snufje is ook dat de vlotten niet afhankelijk zijn van externe energiebronnen of van energie vanuit de onderzeeboot. Wel zijn ze aan de onderzeeboot verankerd, zodat ze niet zomaar kunnen afdrijven. Eigenlijk is overal aan gedacht. Want de vlotten beschikken niet alleen over apparatuur om lichtseinen en rooksignalen af te geven, maar ook over drinkwater, EHBO-materiaal en zelfs medicijnen tegen zeeziekte!
April 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten