Kaartenmakers op zee
Als jij wilt weten hoe je op de fiets het makkelijkst van A naar B komt, dan pak je er waarschijnlijk een stadsplattegrond of een landkaart bij. Iemand die de vaarroute van een schip moet uitstippelen, baseert zich ook op zo’n soort ‘plattegrond’: de zeekaart. Daar kun je precies op zien hoe diep het water op verschillende punten is, waar er eventuele wrakken liggen, wat her en der de grondsoort van de bodem is – en nog veel meer. Maar waar komen al die gegevens vandaan? En hoe worden ze ingewonnen? We vroegen het aan Sjoerd Knoop (22), officier in opleiding aan boord van de Hr.Ms. Snellius, een hypermodern hydrografisch opnemingsvaartuig.
Een hydrografisch opnemingsvaartuig (HOV) is speciaal bestemd voor het inwinnen van informatie waarmee andere schepen – zowel de beroepsvaart als de recreatievaart – veilig de zee op kunnen. Nederland heeft er twee: de Hr.Ms. Snellius en de Hr.Ms. Luymes. Die zijn allebei eind 2004 in gebruik genomen en zijn dus nog hartstikke nieuw. En dát merk je wanneer je rondloopt aan boord: veel moderne technische snufjes, veel geavanceerde hulpmiddelen, veel snelle computers met superslimme programma’s...
“Onze opnemingsvaartuigen zitten eigenlijk altijd op zee”, vertelt Sjoerd. “Het hele jaar door, behalve met kerst, varen we voortdurend heen en weer over de wateren die wij in beeld moeten krijgen: het Nederlandse deel van het continentaal plat hier in Europa, plus de wateren rondom de Nederlandse Antillen en Aruba. Steeds in evenwijdige paden, van bijvoorbeeld honderd meter breed. Wij varen dan in het midden van dat pad, om vijftig meter naar links en vijftig meter naar rechts alles te registreren. En daarna pakken we het volgende pad, precies aansluitend. We gaan namelijk voor honderd procent dekking.
”Maar als je nou op een gegeven moment elk stukje zee hebt gemeten, komen de Snellius en de Luymes dan werkeloos in de haven te liggen? “Nee joh, we zijn nooit klaar! Door de stromingen in het water verandert de zeebodem continu. Er kan zomaar ineens een mijn gevonden worden die er vijf jaar geleden nog niet lag; die is dan in de loop van de tijd omhoog gewoeld. Dieptes veranderen ook. En een wrak kan bijvoorbeeld verschuiven. Daarom beginnen we om de zoveel jaar weer van voren af aan. Want als onze eerdere metingen niet meer kloppen, dan moeten de zeekaarten natuurlijk ook worden aangepast. Dat laatste doen ze dan in Den Haag, bij de Dienst der Hydrografie. Zelf maken wij namelijk geen kaarten: wij zorgen alleen voor de juiste gegevens. Nou ja, alleen...”
Slimme snufjes van de Snellius
High Speed Side Scan Sonar
Met deze sonar wordt een plaatje van de zeebodem gemaakt (de zeediepte gemeten), over de volle breedte van het pad. De ‘side scan’ kan namelijk niet alleen naar beneden ‘kijken’, maar ook opzij. De sonar hangt achter het schip aan een kabel, meestal ongeveer tien meter boven de bodem. Daar vandaan zendt hij pulsjes uit naar de bodem, die vervolgens worden teruggekaatst. Hoe langer het duurt voordat de pulsjes terug zijn, hoe dieper de zee op dat punt is.
Moving Sound Velocity Profiler
Met de MSVP wordt de lokale geluidssnelheid gemeten. Want als je niet weet hoe snel het geluid zich verplaatst op een bepaald punt in het water, dan kun je ook niet uitrekenen welke afstand de pulsjes van de sonar in de gemeten tijd hebben afgelegd. Zonder de MSVP heb je dus niet veel aan de High Speed Side Scan Sonar (en ook niet aan de multibeam, een andere sonar).
Magnometer
Met behulp van de Seaspy Magnometer worden metalen deeltjes in of op de zeebodem opgespoord. De magnometer hangt 240 meter achter het schip en staat in verbinding met een beeldscherm boven in het schip. Zodra hij iets van metaal tegenkomt, slaat er op het scherm een lijntje uit. Dat kan betekenen dat er bijvoorbeeld een mijn op de bodem ligt, of zelfs een wrak. Een opvallende uitslag wordt natuurlijk altijd verder onderzocht.
Vissen
De High Speed Side Scan Sonar, de Moving Sound Velocity Profiler en de Magnometer worden door de bemanning van de opnemingsvaartuigen ook wel de ‘vissen’ genoemd. Ze ‘zwemmen’ alledrie een eindje achter het schip aan.
Multibeam
De Simrad EM3000 Multibeam is een tweekoppige sonar waarmee de zeebodem heel nauwkeurig in beeld kan worden gebracht. Doordat hij pulsjes uitzendt in bijna alle richtingen en hoeken, kan hij zelfs een schuine bodem of een grillig obstakel goed ‘opnemen’. Afhankelijk van de diepte kan de multibeam een pad bestrijken van maximaal 150 meter breed. Zelf bevindt hij zich 40 centimeter onder het schip.
Ultra Short Base Line
De USBL is een akoestisch systeem dat – vier meter onder het schip – de exacte posities van de ‘vissen’ bijhoudt. Tijdens het varen bewegen die namelijk vaak een beetje heen en weer. En om de meetgegevens van de ‘vissen’ toch helemaal juist te kunnen interpreteren, moet je precies weten waar ze zitten.
Elektronische kaart
Hr.Ms. Snellius en de Hr.Ms. Luymes zijn de enige twee marineschepen die uitsluitend op de elektronische kaart varen. Alle andere schepen maken nog gebruik van papieren zeekaarten, al dan niet in combinatie met het computergestuurde ECDIS (Electronic Chart Display and Information System). Dankzij de elektronische kaart is Sjoerd als wachtsofficier veel minder tijd kwijt met het voorbereiden van vaarroutes dan collega’s op schepen die nog niet volledig digitaal varen.
De HOV’s van de KM – in cijfers
Aantal schepen: 2 (Hr.Ms. Snellius en Hr.Ms. Luymes)
Lengte: 81,0 m Breedte: 13,1 m
Diepgang: 4,0 m Waterverplaatsing: 1875 ton Bouwjaar: 2003/2004
Voortstuwing: 1150 kW dieselelektrisch
Bemanning: 18-24 personen
Aantal slaapplaatsen aan boord: 58
Januari 2006
Als jij wilt weten hoe je op de fiets het makkelijkst van A naar B komt, dan pak je er waarschijnlijk een stadsplattegrond of een landkaart bij. Iemand die de vaarroute van een schip moet uitstippelen, baseert zich ook op zo’n soort ‘plattegrond’: de zeekaart. Daar kun je precies op zien hoe diep het water op verschillende punten is, waar er eventuele wrakken liggen, wat her en der de grondsoort van de bodem is – en nog veel meer. Maar waar komen al die gegevens vandaan? En hoe worden ze ingewonnen? We vroegen het aan Sjoerd Knoop (22), officier in opleiding aan boord van de Hr.Ms. Snellius, een hypermodern hydrografisch opnemingsvaartuig.



Slimme snufjes van de Snellius
High Speed Side Scan Sonar

Moving Sound Velocity Profiler
Met de MSVP wordt de lokale geluidssnelheid gemeten. Want als je niet weet hoe snel het geluid zich verplaatst op een bepaald punt in het water, dan kun je ook niet uitrekenen welke afstand de pulsjes van de sonar in de gemeten tijd hebben afgelegd. Zonder de MSVP heb je dus niet veel aan de High Speed Side Scan Sonar (en ook niet aan de multibeam, een andere sonar).
Magnometer
Met behulp van de Seaspy Magnometer worden metalen deeltjes in of op de zeebodem opgespoord. De magnometer hangt 240 meter achter het schip en staat in verbinding met een beeldscherm boven in het schip. Zodra hij iets van metaal tegenkomt, slaat er op het scherm een lijntje uit. Dat kan betekenen dat er bijvoorbeeld een mijn op de bodem ligt, of zelfs een wrak. Een opvallende uitslag wordt natuurlijk altijd verder onderzocht.
Vissen
De High Speed Side Scan Sonar, de Moving Sound Velocity Profiler en de Magnometer worden door de bemanning van de opnemingsvaartuigen ook wel de ‘vissen’ genoemd. Ze ‘zwemmen’ alledrie een eindje achter het schip aan.
Multibeam
De Simrad EM3000 Multibeam is een tweekoppige sonar waarmee de zeebodem heel nauwkeurig in beeld kan worden gebracht. Doordat hij pulsjes uitzendt in bijna alle richtingen en hoeken, kan hij zelfs een schuine bodem of een grillig obstakel goed ‘opnemen’. Afhankelijk van de diepte kan de multibeam een pad bestrijken van maximaal 150 meter breed. Zelf bevindt hij zich 40 centimeter onder het schip.
Ultra Short Base Line
De USBL is een akoestisch systeem dat – vier meter onder het schip – de exacte posities van de ‘vissen’ bijhoudt. Tijdens het varen bewegen die namelijk vaak een beetje heen en weer. En om de meetgegevens van de ‘vissen’ toch helemaal juist te kunnen interpreteren, moet je precies weten waar ze zitten.
Elektronische kaart
Hr.Ms. Snellius en de Hr.Ms. Luymes zijn de enige twee marineschepen die uitsluitend op de elektronische kaart varen. Alle andere schepen maken nog gebruik van papieren zeekaarten, al dan niet in combinatie met het computergestuurde ECDIS (Electronic Chart Display and Information System). Dankzij de elektronische kaart is Sjoerd als wachtsofficier veel minder tijd kwijt met het voorbereiden van vaarroutes dan collega’s op schepen die nog niet volledig digitaal varen.
De HOV’s van de KM – in cijfers
Aantal schepen: 2 (Hr.Ms. Snellius en Hr.Ms. Luymes)
Lengte: 81,0 m Breedte: 13,1 m
Diepgang: 4,0 m Waterverplaatsing: 1875 ton Bouwjaar: 2003/2004
Voortstuwing: 1150 kW dieselelektrisch
Bemanning: 18-24 personen
Aantal slaapplaatsen aan boord: 58
Januari 2006
Geen opmerkingen:
Een reactie posten