Wist je dat... (13)
Wist je dat...de rollenkaart...deel 3Verlaatrol op post! Vliegrol op post!
Naast z’n gewone werkzaamheden heeft vrijwel iedereen aan boord van een marineschip een aantal neventaken of rollen. Op een speciale ‘rollenkaart’ staat voor iedereen precies aangegeven wat ’ie moet doen in bijzondere situaties: bij bevoorrading op zee (de BOZ-rol) , bij het aanmeren of afmeren (de meerrol), bij het opstijgen of landen van een helikopter aan dek (de vliegrol), maar ook bij drenkelingen of gewonden of écht grootscheepse calamiteiten waarbij iedereen het schip moet verlaten (de verlaatrol). De verlaatrol wordt voor alle zekerheid elke keer geoefend wanneer het schip uit een haven vertrekt – althans, tot aan het moment dat de reddingsvlotten daadwerkelijk overboord zouden worden gegooid…
Voor de vliegrol hoeven in het Caribisch gebied geen speciale oefeningen worden gepland, want vaak is het daar sowieso zeker twee keer per dag en vaak één keer per nacht ‘raak’: dan gaat een heli vanaf het schip de lucht in voor een patrouille, en later weer terug. Ook op reizen naar bijvoorbeeld de Perzische Golf of de Middellandse Zee is de vliegrol aan de orde van de dag, soms voor patrouilles, soms tijdens oefeningen met andere schepen , maar ook om de vliegers voldoende gelegenheid te geven om het gevoel van opstijgen en landen op een varend schip in de vingers te houden.. Bij deze rol zijn vooral de mensen van de nautische dienst betrokken, de brug, de commandocentrale, de boordvliegtuigploeg (meestal een neventaak van mensen van de Logistieke Dienst Verzorging) en natuurlijk het helidek. De rest van de bemanning kan tijdens de vliegrol in principe doorgaan waar ’ie mee bezig was, hoewel… Tijdens de procedure gelden voor het hele schip wél bepaalde beperkingen: je mag geen hoofddeksel dragen, er mag niet gelast worden, en roken is tijdelijk verboden.
Foreign Object Damage
Een van de eerste dingen die in gang worden gezet wanneer er vanaf de brug wordt gepraaid dat er een helikopter komt ‘oplanden’ (“Vliegrol op post! Vliegrol op post!”) is een FOD-inspectie door de nautische dienst, oftewel een controle op Foreign Object Damage. Er wordt dan gecheckt of er geen losse dingetjes – schroefjes, kleine onderdelen of bijvoorbeeld smeulende peuken – aan boord van het schip liggen die door de luchtverplaatsing van de rotors van de heli omhoog gestuwd zouden kunnen worden en mensen in het gezicht zouden kunnen vliegen.
Ondertussen gaat de vliegdekofficier naar het helidek om zich voor te bereiden op het ontvangen van de helikopter. Op de brug wordt tegelijkertijd een checklist afgewerkt met allerlei punten die van belang zijn voor een veilige landing. Bepaalde antennes worden bijvoorbeeld in laag vermogen gezet omdat ze anders storen op het instrumentarium van de helikopter, de officier van de wacht berekent de limieten waarbinnen het schip moet varen, en ’s nachts worden er speciale lichten aangezet. De commondocentrale-officier en de helikoperdirectie-officier maken zich in de commandocentrale gereed om het toestel via hun systemen te begeleiden, en tegen de tijd dat de heli nadert, staat de boordvliegtuigploeg klaar op het helidek om hem te ontvangen.
Groen licht?
Op het laatste moment stemmen de vliegdekofficier, de officier van de wacht en de commandocentrale-officier met elkaar af – check, check, double-check – of het schip echt klaar is voor de landing. “Request green for land on”, vraagt de vliegdekofficier aan de officier van de wacht. Deze vraagt voor de laatste keer of de commandocentrale-officier het er mee eens is. Als alles echt in orde is, druk hij een groen licht aan en dat zien ze dan in de helikopter. Wanneer de heli even later aan boord is geland, gaan de mensen van de boordvliegtuigploeg er meteen op af om het toestel aan het dek vast te maken met lashings. For the time being zit de vliegrol er weer op; de normale werkzaamheden worden hervat en voor sommige mensen is het tijd voor een sigaretje…
Zinkend schip
Van een heel andere orde is de verlaatrol. Als het goed is maak je die nooit ‘voor het echie’ mee, want met z’n allen het schip verlaten doe je – op zee althans – natuurlijk alleen in het meest extreme geval, namelijk als de boel dreigt te gaan zinken. Maar stel dat… Dan moet iedereen wel precies weten wat ’ie moet doen. Daarom staat dat niet alleen op de rollenkaart, maar wordt dat tot op bepaalde hoogte ook regelmatig beoefend.
Rood = waterdicht
Stel dus dat een aanvaring met bijvoorbeeld een visserschip, een container of een walvis niet meer te vermijden is en het ergste wordt gevreesd… “Attentie hier de brug, commandant met spoed op de brug!” Terwijl de officier van de wacht het schip al druk aan het manoeuvreren is, snelt de commandant naar de brug voor spoedoverleg. Inderdaad, ziet hij ook, dit gaat niet goed! “Attentie hier de brug, een aanvaring met een container is niet meer te vermijden. Het is rood sluiten, rood sluiten!” Piep, piep, piep, klinkt het alarm. Beneden in het schip haast iedereen zich om alle deuren en luiken waar een rood teken op staat te sluiten. Als dat eenmaal gebeurd is, is het schip van binnen in elk geval waterdicht afgesloten. “Attentie hier de brug, het is einde rood sluiten, aanvang blanket search!” Het schip krijgt een andere sluittoestand, er gaan weer wat luikjes en deuren open, en de mensen van de NBCD-organisatie van het schip beginnen ruimtes af te lopen die ze controleren op scheuren, lekken en andere calamiteiten.
Zwemvest aan, wit hoofddeksel op
Als uit deze ‘blanket search, het aflopen van de ruimtes’ blijkt dat er bij de waterlijn een enorme scheur in de scheepswand is ontstaan die niet gedicht kan worden met het lekstopmateriaal aan boord, moet het uiterste scenario in werking worden gezet. “Attentie hier de brug, het is verlaatrol op post, verlaatrol op post!” Nu is het belangrijk dat iedereen goed weet welk vlotnummer en welke bijbehorende functie er op z’n rollenkaart staat. Er zijn een aantal genummerde reddingsvlotten, elk met een eigen vlotcommandant. Per vlot zijn er mensen ingedeeld om het overboord te werpen of om ervoor te zorgen dat er proviand meegaat aan boord. Terwijl de vlotten aan bakboord, aan stuurboord en op het helidek worden klaargemaakt om overboord gegooid te worden, hijst iedereen zich in z’n zwemvest gaat snel z’n ‘crashpack’ halen – een waterdicht afgeplakte plastic tas met droge warme kleren en ander overlevingsmateriaal – en zet een wit hoofddeksel op om straks op zee goed zichtbaar te zijn. Zo moet de hele bemanning binnen korte tijd ieder op een vooraf bepaalde plek klaarstaan om van boord te springen.
Hier houdt de oefening op, maar wat er vervolgens in het echt zou gebeuren moet ook iedereen weten: de reddingsvlotten worden overboord gegooid, iedereen springt op het dakje van het vlot en neemt via de zijkant z’n uiteindelijke plaats in. Als alle vlotten compleet zijn, worden ze naar elkaar toe geroeid en aan elkaar vastgemaakt. Einde verlaatrol – en nu maar hopen dat er snel gereageerd wordt op de S.O.S.…
Juli 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten