dinsdag 20 oktober 2009

Wist je dat...(10)

Wist je dat… De MAG

In de rubriek ‘Wist je dat…’ besteden we dit jaar aandacht aan de verschillende wapens die bij het Korps Mariniers worden gebruikt. Deze keer: de MAG, een mitrailleur met powerrrr.

Zoals je eerder in deze serie hebt kunnen lezen, heeft iedere marinier een persoonlijk wapen: de Diemaco C7, een semi-automatisch geweer, waarmee hij zich in de meeste situaties uitstekend kan redden. Zet je acht mariniers met hun Diemaco’s bij elkaar in een geweergroep, dan kom je qua vuurcapaciteit dus al best een heel eind – zou je denken. Echt niet! roepen de deskundigen: een béétje hete strijd vraagt om veel zwaarder geschut! De oplossing blijkt niet eens zo ingewikkeld te zijn: vervang één Diemaco door een MAG, en je bent er…

In de wapenkamer van de marinierskazerne in Rotterdam wijst sergeant Corpeleijn naar een lang ‘geval’ van hout, kunststof en metaal, met langs de zijkant een slinger van koperkleurige patronen. “Kijk, dat is hem: de MAG, de mitrailleur waarmee al onze mariniers kunnen schieten. Die gebruik je vooral in situaties – meestal oefensituaties, natuurlijk – dat je over een grote afstand snel vuuroverwicht wilt krijgen. De MAG zorgt voor dekking, een eerste vereiste als je iets voor elkaar wilt krijgen. Iedere geweergroep heeft er één. Dat is genoeg, want het is een heel krachtig ding. Bovendien heb je die zeven Diemaco’s ook nog. Een ijzersterke combinatie, alles met elkaar.”

Pantserdoorborende patronen

Wat de MAG zo bijzonder maakt, is z’n gigantische vuurkracht. De kogels die dit wapen uitstoot, zijn groot, zwaar en snel. Daardoor hebben ze al gauw een flink effect. Voor het allerzwaarste werk kunnen zelfs speciale pantserdoorborende patronen worden ingezet. Die kun je maar beter niet tegenkomen tijdens een wandeling op de hei! Gelukkig wordt hier in Nederland uitsluitend geoefend met exercitiepatronen en losse munitie, de onschuldige broertjes van het ‘scherpe’ spul. Alle patronen kunnen aan elkaar worden geklikt, en dat is handig als je aan één stuk door wilt schieten zonder bij te laden. Want dat is een ander belangrijk kenmerk van de MAG: wanneer je de trekker eenmaal hebt overgehaald, gaat ‘ie door met vuren totdat je loslaat – tenzij je al eerder door je patronen heen bent. In een minuut tijd kun je tientallen tot honderden schoten lossen, afhankelijk van de stand die je kiest: normaal vuur, snelvuur of stormvuur. De patronen worden in ‘slingers’ van 230 stuks aangeleverd, maar tijdens het schieten kan een volgende patroonband daar alvast onder aan worden geklikt.

Schutter en helpen

Omdat de schutter maar twee handen en twee ogen heeft, wordt hij altijd bijgestaan door een ‘helper’. Die draagt behalve z’n eigen Diemaco ook alle benodigdheden voor de MAG: accessoires, hulpstukken, munitie... Tijdens het schieten zelf, waarbij de schutter vaak plat op de grond ligt en de MAG op een twee- of een driepoot rust, zorgt de helper dat de patroonband niet op raakt. Ook houdt hij in de gaten waar de afgevuurde kogels heen gaan. Zeker bij de eerste pogingen wijken die namelijk vaak wat af van het doel – het is altijd even ‘zoeken’ naar de juiste richting en afstand. De helper kijkt en corrigeert de schutter: iets meer naar links, iets meer naar rechts, een iets andere hoek… Als de juiste positie uiteindelijk gevonden is, is dat dus een prestatie van beiden!

Lichtspoor in het donker

In het donker zijn normale kogels niet zichtbaar, maar dan volgt de helper de ‘tracers’, speciale lichtspoorpatronen. Het fosfor dat daarin verwerkt zit, begint te smeulen zodra het in contact komt met zuurstof. Standaard wordt er na elke vier gewone patronen één tracer afgevuurd; zo is de patroonband ook opgebouwd. In de lucht laat de tracer een lichtspoor achter, en op de plek waar hij neerkomt, ontstaat even een microbrandje. De helper ziet nu meteen of er bijgestuurd moet worden.

Korrel en vizierraam

Het vizier van de MAG is een stuk minder geavanceerd dan dat van de Diemaco. Met de keep en korrel van de Glock heeft hij meer gemeen. “Aan het eind van de loop heeft de MAG inderdaad een korrel, maar aan het begin van de loop zit een vizierraam”, laat marinier Guido zien. “Meestal is dat gewoon neergeklapt en dan kun je hem instellen tussen de 200 en 800 meter. Als je verder dan 800 meter moet richten, klap je het vizierraam omhoog en dan gaat hij tot 1800 meter.” Anders dan bij de Glock is de korrel op de loop van de MAG zwart, en – zeker in het donker – moeilijk te zien. “Tussen het vizierraam en de korrel zit natuurlijk ook al een meter afstand. In de praktijk moet je het dus toch vooral hebben van de aanwijzingen van de helper, omdat die ziet wat de tracers doen.” Maar om in het donker niet alléén afhankelijk te zijn van lichtspoorpatronen, kan er op de MAG wel een nachtkijker worden gezet. Die geeft zicht – een groenig, nightshot-achtig beeld – tot maximaal 800 meter.

Hoe stabieler, hoe accurater

De MAG is geen wapen om snel even mee uit de heup te schieten. “Hij is twee keer zo zwaar als de Diemaco, dus staand kun je er eigenlijk niet mee richten”, zegt de sergeant. “Bovendien geeft hij door z’n grote vuurkracht enorm veel terugslag. Een knappe marinier die daar geen last van heeft.” Als de MAG toch een keer snel moet worden ingezet, klapt de schutter de voorsteun uit – twee pootjes waar de loop op kan rusten – en gaat recht achter het wapen op de grond liggen. Blijft de geweergroep langer op één plek of is er meer tijd, dan stelt de helper de driepoot op. In het ideale geval graaft hij de pootjes een beetje in en legt er ook nog zandzakken op: “Hoe stabieler, hoe accurater. Bij een wapen met zoveel power als de MAG is dát de grote uitdaging…”

FACTS & FIGURES

Volledige naam: Mitrailleur 7,62 mm NATO/MAG/FN
‘Roepnaam’: MAG
Kaliber: 7,62 mm
Werking: automatisch, dankzij gasaftapsysteem
Vuursnelheden: normaal vuur (25-100 patronen per minuut), snelvuur (100-200 ppm), stormvuur (tot 750 ppm)
Patronen: scherp, pantserdoorborend, lichtspoor, los, exercitie; patronen en patroonbanden naar behoefte aan elkaar te klikken
Gewicht met loop: 10,5 kg
Gewicht zonder loop: 7,7 kg
Lengte: 1,37 m
Gewicht gevuld munitiekistje: 8,5 kg
Aantal patronen per munitiekistje: 230
Bereik: 200 tot 1800 m
Effectieve schootsafstand op voorsteun: 600 m (maximaal)
Effectieve schootsafstand op driepoot: 1100 m (maximaal)
Richtmiddelen: vizierkorrel (achteraan op de loop) en viziervenster (vooraan op de loop)
Extra vizier: nachtkijker met zicht tot 800 m
Groot onderhoud: circa 2 uur voor een ervaren marinier
Dagelijks onderhoud: 10-15 minuten
Meest onderhoudsgevoelige onderdeel: de ‘vuilverzamelkamer’, waar alles terechtkomt dat niet in het wapen wordt verbruikt: kruitslijm, olie, vuil, zand, etc.
Betrouwbaarheid: zeer groot, nauwelijks storing bij goed gebruik/onderhoud
Loop en wisselloop: in verband met hitte en uitzetting moet de loop na elke 460 patronen (normaal vuur) verwisseld worden

Juli 2007

Geen opmerkingen:

Een reactie posten