woensdag 21 oktober 2009

SUBS duiken dieper 8

SUBS duiken dieper....Mijnenjacht (deel 1)

Op zoek naar de bom!

Bij de Bruine Banken, ruim 90 kilometer uit de kust, kreeg een visser een paar dagen geleden de schrik van zijn leven: in zijn netten trof hij ineens een bom aan! Werk aan de winkel dus voor Hr.Ms. Makkum, een mijnenjager van de Nederlandse marine.

Na een nacht varen komt Hr.Ms. Makkum aan op de locatie die van te voren was opgegeven: de Bruine Banken. Het enige wat je om je heen ziet, is zee, zee, en nog eens zee. Maar toch. Onder dat onschuldig ogende oppervlak liggen blijkbaar nog wel eens gevaarlijke explosieven. Om heel stil en langzaam richting de bom te kunnen varen, gaat het schip hier over op elektrische vaart: e-vaart, zoals dat wordt genoemd. De gasturbine wordt ingezet om de elektromotor van stroom te voorzien.

Oplichtende puntjes


Tijdens een mijnenjacht wordt het schip niet bestuurd vanaf de brug, zoals normaal gesproken het geval is, maar vanuit de mijnenjachtcentrale. In het midden van de centrale staat een groen oplichtende beeldkast, met daarin een digitale vorm van het schip. Hier zijn de positie van de gemelde bom en het bereik van de sonar te zien. Wat de sonar waarneemt, wordt zichtbaar gemaakt op een aantal beeldschermen in de centrale. Twee matrozen (operators) zitten daarop geconcentreerd te kijken naar de oplichtende puntjes (echo’s). Voor leken zien die er allemaal hetzelfde uit, maar geoefende ogen zien aan een echo met gemak of het een ribbel zand is of een bom.

De mijnenjager beschikt over twee sonars. Eén daarvan heeft een groot bereik en kan grote voorwerpen al op vele honderden meters afstand zien. Als er een interessant contact is waargenomen, richt de aandacht zich op het rechter beeldscherm in de centrale. Daarop worden de gegevens vertoond van de zeer gevoelige sonar voor de korte afstand. Aan de hand daarvan kan meestal wel worden bepaald of het om een mijn of bom gaat, of misschien gewoon om een steen of ander ongevaarlijk voorwerp.

De contacten zijn wat vaag

Vandaag zijn de contacten wat vaag en de Assistent Mijnenjacht Officier, korporaal OD Jeroen Karreman, stuurt het schip om het gemelde contact heen, zodat met de sonar de andere kant ervan bekeken kan worden. Terwijl Jeroen naar het kompas en het grote groene beeldscherm kijkt, stuurt hij het schip met twee stuurknuppels de juiste kant op. Dit moet heel voorzichtig gebeuren, want voor je het weet vaar je het contact voorbij en dan duurt het even voor de sonar het weer in beeld heeft.

Ook van de andere kant is niet goed te zien wat het contact precies is. Daarom besluit de Mijnenjacht Officier, LTZ2 Menno Visser, om de PAP het water in te sturen. De PAP is een gele mini-onderzeeboot die bestuurd wordt vanuit de centrale. Aan de onderkant ervan zitten een lamp en een camera, waarmee het contact op een tv-scherm in de centrale bekeken kan worden.

De dekploeg krijgt opdracht om de PAP in orde te maken. Even later wordt ’ie op het halfdek naar achteren gereden. Als alles gecontroleerd en aangesloten is, wordt de PAP met de kraan voorzichtig overboord gezet. Zodra de hij in het water is, wordt hij door de wapentechnische dienst naar voren gevaren totdat de commandocentrale de PAP kan zien en de controle kan overnemen. Even later stuurt korporaal OD Nathalie Nelemans de mini-onderzeeboot langzaam naar de positie van het contact. Geconcentreerd kijkt ze naar het tv-scherm, waar nu nog niets anders te zien is dan een zwart beeld met bovenin het kompas. Met stuurknuppels houdt ze de PAP op koers. Ook de Mijnenjacht Officier houdt het beeldscherm goed in de gaten. Hoewel de PAP een (mini-)onderzeeboot is, blijft ’ie tot boven de gemelde positie boven water. Dan laat Menno de PAP stoppen en geeft hij opdracht om het vaartuig onder water te laten gaan.

Sneeuw onder water

In de mijnenjachtcentrale neemt de spanning toe. De twee operators houden hun ogen gericht op de oranje beeldschermen, terwijl de Mijnenjacht Officier samen met Nathalie geconcentreerd naar het tv-scherm zit te turen. De PAP zakt steeds verder naar beneden. De lamp onder het bootje gaat aan, maar nog altijd wordt er niet veel meer zichtbaar dan een soort sneeuw onder water. Plotseling komt de bodem in beeld. De ribbels op de zeebodem zijn goed zichtbaar en de PAP gaat langzaam vooruit. De besturing vanuit de mijnenjachtcentrale lijkt eenvoudig, maar is dat helemaal niet. Zeker niet door de stroming en de kabel die de PAP achter zich aan sleept.

“Ja, dat is hem!”

Het is helemaal stil in de donkere centrale, op het geruis van de airconditioning na. Af en toe wordt die onderbroken door de koerswijzigingen die de Mijnenjacht Officier geeft. Ribbel na ribbel glijdt er door het beeld. Dan duikt er op het scherm plotseling een zwart gevaarte op. Nathalie laat de PAP direct stoppen. “Ja, dat is hem!” roept een van de duikers achterin de mijnenjachtcentrale. Het gevaarte wordt herkend als een Engelse 1000-ponder, een enorme vliegtuigbom. Hij ligt op wel 40 meter diepte, maar zelfs de zeesterren op de bom zijn nu goed te zien.

Juli 2008

Geen opmerkingen:

Een reactie posten